Burn-out kun je voorkomen

Dit is een achtergrondartikel bij het blogartikel Burn-out – Een overzicht. Als je hier op een andere manier bent geraakt lees je misschien beter eerst het hoofdartikel.

Hieronder de filering van een artikel in De Standaard: Burn-out kun je voorkomen: 'Je moet kunnen zeggen wat er scheelt zonder angst voor negatieve gevolgen', van Nathalie Carpentier, die regelmatig interessante maatschappijkritische artikels schrijft. In de periode rond de publicatie van dit artikel op 16-11-2023 waren er meerdere over hetzelfde onderwerp (voor een overzicht van burn-out gerelateerde artikels van Carpentier, zie hier). Enerzijds wilde ik wel eens weten of Carpentier geëvolueerd was (ze is OK, nog niet opgebrand), anderzijds vroeg ik mij af wat de 'pers' tegenwoordig nog schrijft over burn-out, maar ook dát lijkt niet geëvolueerd te zijn.

Bij het artikel van Carpentier was de mogelijkheid voorzien voor lezers om een reactie te plaatsen. Velen hebben dat gedaan; zie Hoe stoppen we de burn-out pandemie?. De lijst van opmerkingen vind je hier; het aantal "likes" zegt weinig, omdat elke auteur zijn eigen opmerkingen kan "liken". Mijn opmerking staat op datum 25-11-2023.

Tekst in schuinschrift is originele brontekst. Tekst in klein groen is mijn commentaar. Tekst in vet groen, klein of groot (en enkele titels) zijn koppelingen naar achtergrondinformatie.


Burn-out kun je voorkomen: 'Je moet kunnen zeggen wat er scheelt zonder angst voor negatieve gevolgen'

Hoe stoppen we de burn-outpandemie? We vroegen drie getuigen uit onze Zeitgeist-reeks van vorig jaar om terug te blikken: wat had de druk van de ketel kunnen halen? 'Je moet durven uit te spreken wat er scheelt. En je hebt een baas nodig die bereid is te luisteren.'

Reeks Red de ToekomstNathalie Carpentier, 16 november 2023

'Als ik mijn grenzen beter had gekend, ze had durven te uiten én als mijn werkgever daar ook rekening mee had gehouden, was het misschien niet zo ver gekomen', zegt apotheker Evi. 'Alleen wist ik niet meer wat ik wel of niet oké vond. En als ik toch durfde aan te geven wat ik te stresserend vond, veegde mijn baas het van tafel of kaatste die de bal terug.' (1) Wat is een grens? Je eigen grenzen kennen is moeilijk. Een beginneling kent die niet, en je grenzen kunnen verschuiven onder invloed van diverse omstandigheden. (2) Je zou zelf je grenzen moeten stellen om je productiviteit te kunnen bewaren…?? Zie Burn-out is eerder een sociologische dan een psychologische aandoening. (3) Neoliberalisme verhoogt de druk constant. Groeiverslaving in een markt die vol zit kan alleen als je op efficiëntie werkt. Dat geldt ook voor personeel, m.a.w. zo veel mogelijk werk voor zo weinig mogelijk loon.

Burn-out is een geleidelijk proces. Opletten: vlag-en-ladingprobleem. De aanloop naar burn-out is geleidelijk en verraderlijk; de burn-out ervaar je plotseling als je 's morgens niet meer uit je bed geraakt (zie ook Burn-out en bijniermoeheid), of als je op je werk plots ineen zakt. Te vaak beseft iemand pas achteraf dat hij al lang in het rood zat. Hoe leer je in te zien wanneer je de gevarenzone nadert? Wat is de gevarenzone? En de gevarenzone naderen is niet bedreigend; erin zitten wel. Ik zou de gevarenzone definiëren als de periode waarin je je stress niet meer kwijt geraakt. En dat kan al vroeg zijn. 'Begin met de signalen van je lichaam ernstig te nemen', zegt professor Charlotte De Backer die zelf aan den lijve ondervond wat stress met je lichaam doet. 'Grijp niet pas in als iets levensbedreigend is. Levensbedreigend is het nooit, dus dit slaat nergens op. Als kleine klachten blijven aanslepen, nekklachten, slapeloosheid (da's al beter), luister dan naar wat je lichaam je probeert te vertellen. Dat het misschien niet goed met je gaat.' Zo is het. Als je uit de gevarenzone blijft volgt er ook geen burn-out. Als je geen mogelijkheid ziet om uit de gevarenzone te geraken: pech; enkel straffe maatregelen kunnen nog helpen, zoals foute relaties opbreken of ander werk zoeken, maar vanuit de gevarenzone is ook dát weer niet evident.

'Vlucht dan niet weg in nóg meer werk, of verlies je niet in brood bakken voor de hele wijk zoals ik deed. Als je daar plezier aan beleeft is dat wel OK. Durf stil te vallen. Ook goed. Je kunt beter snél en kort op pauze drukken dan lange tijd onderuitgaan.' Belangrijk kenmerk van burn-out: het komt ineens, en als je het te pakken hebt duurt het maanden, soms jaren, eer je er weer vanaf bent. Althans enigermate; zie ook de boekbespreking van Over de kop. De burn-out zie je bovendien niet aankomen, maar de gevarenzone kan je wel leren herkennen.

Om te weten wanneer dat nodig is, moet je je hoofd en lichaam weer synchroniseren, vult financieel expert P. aan. Twee jaar thuis dwong hem er zelf toe. 'Leef niet op automatische piloot waarbij je amper weet wat je gisteren at, wat je zag of wat je deed omdat je maar voortraast. Leer te voelen.' Ongeveer hetzelfde, en terecht.

Oefeningen in mindful stress reduction helpen daarbij. 'Gebruik bewust al je zintuigen bij een handeling. Schrok een tros druiven niet gehaast naar binnen, maar kijk naar elke druif, ruik eraan, voel ze op je tong, proef ze. Focus op die ene handeling, zonder te denken aan die volgende, lastige meeting of wat gisteren fout liep. Het klinkt zweverig, maar zo aard je weer in het hier en nu. Je voelt wat je nodig hebt.' Ik heb al vanalles gelezen over mindfulness, maar ik krijg er geen greep op. Als het iemand helpt om stress te reduceren is dat in elk geval positief. De oorzaken van burn-out liggen wel hoofdzakelijk in je omgeving, en daar doe je met mindfulness niks aan. Als mindfulness helpt, helpt het, maar dan eerder als een borstbol bij een keelontsteking.

Een dagboek kan verhelderen wat er speelt, vervolgt hij. 'Noteer wat je bezighoudt, wat energie vraagt. Schrijven maakt je bewuster. Schrijven maakt je inderdaad bewuster, en wel omdat je je gedachten externaliseert. Je kan immers niet nadenken over gedachten (!). Je kan wel proberen (!) je gedachten te beschrijven, en vervolgens nadenken over wat je geschreven hebt. Probeer het maar eens. Bij mentale problemen verschuift je dagindeling vaak. Als je plots telkens om half vier malend wakker wordt of je raakt maar niet uit bed (!), neem je dat het best ernstig. Als je plots geneigd bent meer te drinken, je geen zin hebt om mensen te zien terwijl je erg sociaal bent, kan dat ook een teken aan de wand zijn. Heb daar aandacht voor.'

Minder moeten

Als je beseft dat je de gevarenzone nadert, volgt het lastigste stuk: je eigen aandeel uitzoeken. 'Ik wist dat ik perfectionistisch was (daar is niks mis mee, faalangst is het probleem!; zie Perfectionisme: een misverstand ontrafeld), maar kon dat niet toegeven', zegt De Backer. 'Ik ben een pleaser én een overenthousiasteling (Duracell konijn). Een dodelijke combinatie. Ik begeleidde tien doctoraatsstudenten ­tegelijk, te veel als je zo betrokken wilt zijn als ik.' Je moet jezelf leren kennen, zegt ze. 'Ik voel me snel verantwoordelijk en schuldig. Ik moest leren mijn emotionele noden uit te spreken. Durven te zeggen dat de druk te hoog was voor mij, dat ik dreigde te crashen.' (1) Een grote boosdoener hierbij is dat de maatschappij lijkt te verwachten dat je je uiterste (!) best doet om te presteren. Een individu is ongewapend tegen voortdurende verwachtingen van de neoliberale samenleving. Je zou denken dat werkgevers bij het groeiend aantal burn-outs wel gaan inzien dat ze de druk moeten verminderen, maar veel organisaties worden zelf bestuurd door managers die alleen op geld uit zijn en zich van de operationele kant, met dikwijls slecht werkende systemen, niets aantrekken, en daar dan ook geen stress van krijgen. Zo zit iedereen in de tang, behalve zij die het geld opstrijken. (2) Nieuwe bedenking over perfectionisme. Ik heb al meermaals gesteld dat onoplosbare conflicten een grote oorzaak zijn van burn-out, omdat ze een permanente stressbron vormen. Positieve perfectionisten, de weinigen die zich bekommeren om de kwaliteit van objecten, processen en systemen, moeten constant opboksen tegen de desinteresse van vele anderen voor kwaliteit, en ook dát is een constante vorm van stress.

'Waarom word je boos of verdrietig? Meestal minimaliseren we negatieve emoties of duwen we ze weg, maar net die moeilijk aanvaarde emoties moet je ­leren kennen', benadrukt Evi. 'Ze tonen je waar je grenzen liggen of wat je waarden zijn.' Zou kunnen. (1) Emoties is wel een moeilijk terrein, zeker als je ook naar de werking van hormonen gaat kijken, waarover in de medische sector verschillende stromingen bestaan die niet met elkaar willen overleggen. (2) Emoties zijn op zichzelf al een gevolg van stress, en dan is het misschien belangrijker om de stress te verminderen, dan om je emoties te leren kennen.

Ze raadt aan het woord 'moeten' te schrappen uit je woordenboek. 'Herformuleer het. Zeg niet: moet het, maar wil je het (slechte zinsconstructie)? Is het belangrijk? Op je werk moet er altijd veel, maar is het ook realistisch om alles uit te voeren in de tijd die je hebt? Wat heeft prioriteit? Vroeger werkte ik desnoods tot 's nachts tot alle werk klaar was, nu vraag ik wat de hoofdzaken zijn en wat even kan wachten. Een inspectie krijgt prioriteit. Wat erbij komt, lukt dan niet. Jammer. Bekijk ook je vrije tijd. Moet je naar dat feestje of wil je?' (1) Interessante vraag. Als dit over een professionele context gaat, en je hebt wat ambitie, dan is het dikwijls van moeten. Kiezen tussen welzijn en ambitie is zeer moeilijk.(2) In een omgeving met burn-out risico heb je doorgaans niet de mogelijkheid om 'moeten' te veranderen in 'willen', toch niet zonder reacties van het management te riskeren, gaande van negeren over tegenwerken tot ontslaan. (3) Als je je door tijdsgebrek moet beperken tot hoofdzaken is er iets goed fout; partiële oplossingen veroorzaken weer andere problemen.

Zoek uit of je niet aan allerlei onuitgesproken verwachtingen van anderen voldoet. 'Vroeger bood ik al hulp aan nog voor iemand iets vroeg, zowel op het werk als privé', zegt Evi. Motivatie is goed. 'Soms zat ik tot 's avonds laat te zoeken naar een oplossing voor het probleem van een collega. Overbelasting is slecht. Als mijn ouders sukkelden met hun administratie, nam ik die meteen over. Dat is goed. Ik adopteerde problemen van anderen, maakte er mijn probleem van. Dat is slecht. Daar stak ik ongelooflijk veel energie in. Dat is dom.' (1) Sorry voor de korte uitspraken. Ieder heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen, en elke situatie is weer anders. Ik denk aan een richtlijn: als het goed voelt dan is het goed. Je zou dat nog kunnen uitbreiden naar: als het goed voelt op een ontspannen moment, dan is het goed. Onder stress is je gevoel immers niet meer betrouwbaar, omdat zowel stress als gevoel via hormonen werken, en elkaar bijgevolg verstoren. (2) Hier speelt ook weer een professioneel dilemma. Wie de onuitgesproken verwachtingen van meerderen kan inschatten komt op korte termijn verder. Wie erin slaagt op een hoog niveau verwachtingen te creëren m.b.t. zichzelf, haalt daar ook op lange termijn perspectieven uit. Achterliggende gedachte is echter dat je een 'mooie' carrière moet nastreven. Waarom eigenlijk?

Leren nee zeggen

Erg herkenbaar, vindt P. 'Durf negatieve energie bij een collega te laten. Als je baas onhaalbare eisen stelt, durf dan te zeggen dat het onmogelijk is. Als iemands toon agressief is, geef dat aan.' Altijd instemmen levert je op korte termijn positieve appreciatie (vergeet het; zelfs dát wordt niet geapprecieerd) en gemoedsrust op (ook op korte termijn), maar op lange termijn ondermijn je jezelf, benadrukt hij. 'Je leert beter af en toe 'nee' te zeggen en te motiveren waarom. Baken niet star af, maar bied alternatieven.' Dat zou inderdaad een groot verschil kunnen maken; het hangt dan weer van je werkomgeving af of zoiets lukt. En als assertiviteit niet helpt, dan lukt het nog niet altijd om weg te gaan. Het ziet ernaar uit dat je, nog meer dan vroeger, geluk moet hebben met je werkomgeving.

Jezelf moeilijke vragen stellen, kan de richting aangeven, benadrukt P. 'Wil je die werkdruk nog? Kan je er iets aan veranderen? Wil je dit werk of dit bedrijf nog? Wil je nog contact met een collega die energie zuigt? Wil je je relatie nog? Heb je een ander probleem? En bovenal: wat wil je in het leven? Wat vind je belangrijk?' Alsof er geen beperkingen zijn…? Het zijn vooral de mensen die een burn-out achter de rug hebben die zo praten. Dat kan enerzijds betekenen dat dergelijke overwegingen je inderdaad kunnen behoeden voor een burn-out, maar anderzijds ook dat velen er in de realiteit weinig aan hebben.

Als je je waarden kent, weet je beter wat je accepteert en wat niet, ontdekte hij. 'Ik werk graag en ben bereid overuren te maken, maar niet ten koste van mijn gezin. Als klantverantwoordelijke weet ik dat mijn gezinsleven 's avonds in het gedrang kan komen. Daarom wilde ik die rol bij mijn terugkeer niet meer opnemen om een tweede burn-out te vermijden. Na de eerste zijn de waarden allicht veranderd. Je moet je waarden verinnerlijken zodat je 'nee' kan zeggen als je grenzen worden overschreden. Helaas houden bedrijven van medewerkers die nooit 'nee' zeggen. Die almaar meer willen doen in minder tijd.' Zie hoger: neoliberalisme. Inclusief onderlinge concurrentie (de bron van alle wereldproblemen!!).

Over één zaak zijn ze het roerend eens. Burn-outpreventie staat of valt met luisterbereidheid en openheid langs werkgeverskant voor emotionele en mentale noden van hun medewerkers. Huh?! Openheid voor vermijdbare stress zeker?? Basale fout: symptoombestrijding. Burn-out is een gevolg van stress, dus als je geen burn-out wil hebben moet je stress vermijden, in plaats van te proberen om burn-out uit te wissen, ten koste van nog meer stress. Je kunt wel leren aangeven dat het te veel is, als je werkgever dat negeert en je telkens weer over de rand duwt, kom je toch in de problemen. Voila. Merk op dat in het lager en middenkader veel volk gekneld zit tussen werknemers en management.

Beseffen dat het anders kan, sterkt je om het gesprek aan te durven. Áls het al anders kan; dat valt immers nog te bezien. 'Mijn ogen gingen open toen ik na mijn burn-out in een jonge werkomgeving terechtkwam', zegt Evi. 'Bij een conflict reageerden ze niet passief-agressief of lieten ze het niet blauwblauw. Nee, ze gingen met iedereen rond de tafel zitten met de vraag: hoe lossen we dit op? Als ik iets te stresserend vond, duwden ze het niet weg alsof ik moeilijk deed. Nee, ze keken hoe ze de werkdruk konden verminderen. Die open houding maakt een enorm verschil.' Je moet geluk hebben.

Goede bedoelingen van de baas volstaan niet. Maar daar begint wel veel mee. 'Bedrijven installeren soms vertrouwenspersonen (in plaats van naar hun slecht werkende systemen te kijken), maar als dat onbekenden zijn, werkt dat niet', weet P. 'Dat voelt niet veilig. Er is basisvertrouwen nodig. Anders durven medewerkers niet te zeggen wat er echt scheelt, uit angst. De baas zou zelf moeten weten wat er scheelt aan zijn systemen. Als die geen zicht heeft op stressbronnen is vertrouwen boter aan de galg. Het is evident dat je moet rusten nadat je je been hebt gebroken, waarom niet als je het even mentaal zwaar hebt?' 'Als iemand aangeeft dat het niet goed met hem gaat en vier maanden later volgt ontslag, dan is je werkklimaat onveilig', benadrukt De Backer. 'Zorg dat iemand iets kan aankaarten zonder dat het negatieve gevolgen heeft.' Ik begrijp dat de werkgever zou moeten zorgen dat de werknemer iets kan aankaarten. Het principe is deugdelijk, maar als de werkgever geen aandacht heeft voor basale fouten in zijn systemen heb je daar niks aan.

Eindige breincapaciteit

Ook als dat privéproblemen zijn. 'Als werkgever weet je niet altijd wat iemand al allemaal op zijn bord heeft. Op het werk en thuis', zegt De Backer. 'We beseffen dat je bij handenarbeid geen derde hand kunt toveren. Bij mentale arbeid hebben we de illusie dat er altijd nog iets bij kan. Maar je breincapaciteit is ook eindig. Als je je werk alleen kan volhouden als thuis alles op wieltjes loopt, zit er iets fout. In wiens leven loopt alles altijd perfect? Voorzie landingszones voor mensen wier leven even uit de bocht vliegt.' En wie zou die landingszones moeten voorzien? Als de werkgever zijn systemen stressvrij houdt moet dat volstaan voor de werkomgeving; thuisproblemen opvangen is een ander paar mouwen.

'Tijdens mijn burn-out kreeg mijn vader chemo, ik had geen tijd om er voor hem te zijn', zegt Evi. 'Werk kwam op de eerste plaats. Tijdens een burn-out? Klopt dit verhaal wel? Of speelt hier die gebrekkige aspectscheiding  Waarom is werk onze identiteit geworden? Goeie vraag. Het is maar een deel van je leven. Maar het begint wel dadelijk na je studies, op een ogenblik dat je nog niets kent van de jobwereld, en nog niet eens weet of je wel de 'juiste' studies hebt gedaan. In onze neoliberale samenleving is er zo veel druk en stress dat niemand nog écht tijd neemt voor elkaar of voor wat echt telt. Of voor zichzelf! Het ondergraaft het sociale weefsel.' Het sociale weefsel geraakt meer en meer in verval naarmate individuen de pedalen kwijt geraken.

'Dat alomtegenwoordige efficiëntie- en excellentiedenken (neoliberalisme) moet anders', zegt De Backer. 'Het zet te veel druk op mensen. Alleen kan het nog even duren voor dat systeem verandert. In de tussentijd: rebelleer! Durf foert te zeggen.' Volgens het stijgend aantal langdurig zieken (zie RIZIV) zijn we goed bezig. Leg je prioriteiten waar ze horen, besluit Evi. 'Bij mij lag mijn prioriteit overal, behalve bij mezelf. Ooit wreekt zich dat.'