Hebben meertalige kinderen een slechter rapport?

Inleiding

Dit gaat over een bijdrage van de Universiteit van Vlaanderen; je kan die vinden op YouTube, dat zegt: "bij de Universiteit van Vlaanderen delen wetenschappers de meest spannende wetenschappelijke inzichten en ontdekkingen". Ook de presentatie over meertalige kinderen staat op YouTube, maar van spannende wetenschappelijke inzichten is weinig sprake. Ik fileer de transcriptie, die je kan vinden via de "…meer"-koppeling net onder het filmpje. De vorige uitzending van de UvV die ik besprak was "Heeft zeuren over taal zin?", met als verborgen en onwetenschappelijk inzicht dat het allemaal de fout is van taalpuristen; zie de bespreking daarvan in het kader van de ANS-heisa in 2021. Ik ben benieuwd of deze bijdrage over meertalige kinderen minder tendentieus is.

We zien een presentatie uit 2019 door de Turks-Belgische onderwijssocioloog prof. dr. Orhan Agirdag (1984), die mogelijk zelf ervaringsdeskundige is, wat de inhoud misschien wat kleurt. De titel "Hebben meertalige kinderen een slechter rapport?" is weinig verhelderend: wat betekent meertalig, rapport van wat, en slechter t.o.v. wie of wat? Maar de presentatie maakt veel duidelijk. In een ander filmpje voor Human Brainwash Talks (?!) heeft diezelfde spreker het over het "Aanpakken van ongelijkheid in het onderwijs", voor een publiek van twee man en een paardekop; ik vermoed daarom een zekere mate van activisme. Bij dat tweede YouTube filmpje ontbreken commentaren, maar de kritische opmerkingen bij het eerste filmpje, vooral over een gebrek aan logica, zijn ook hier van toepassing.

Enkele algemene beschouwingen over de presentatie vind je in de epiloog. Daaronder staat een lijst van gerelateerde artikelen, voor wie nóg meer wil lezen…


De presentatie

Beste mensen, ik begin onmiddellijk met een vraag. Wie spreekt hier naast het Nederlands, of begrijpt naast het Nederlands, nog een andere taal? … (handen gaan omhoog) Iedereen dus. Een meertalig publiek, ik ben daar blij om. Ik heb een vervolgvraag. Wie vindt dat hij of zij een taalachterstand heeft ontwikkeld door meertalig te zijn? Handen blijven omlaag, zoals te verwachten was. (1) Wat wordt bedoeld met taalachterstand? Zonder een definitie kan je geen serieus antwoord geven. Al dadelijk een vlag-en-ladingprobleem. (2) Het idee dat meertaligheid een taalachterstand zou ontwikkelen is ongerijmd. (3) Wie zijn hand opsteekt riskeert vervelende bijvragen, of op zijn minst meewarige blikken te krijgen. Niemand dus. En toch, beste mensen, als het gaat over de zogenoemde anderstalige leerlingen (meertalig? anderstalig? ook hier ontbreekt een definitie; het tweede vlag-en-ladingprobleem), denken de meeste mensen dat ze (die leerlingen) wel een taalachterstand hebben en dat ze daardoor slechtere punten halen op school. De vraag is: is dat zo?

Intermezzo – Ik leg stiekem de vraag voor aan MS Copilot, als handige bronnenzoeker. Hebben anderstalige leerlingen een achterstand op school? Het antwoord:

Ja, anderstalige leerlingen hebben vaak een achterstand wanneer ze in de klas aankomen (en na een jaar of twee? dat maakt wel een verschil). Deze achterstand manifesteert zich zowel op het gebied van taal (da's logisch) als inhoud (??). Uit onderzoek blijkt dat deze achterstand gedurende hun schoolloopbaan steeds groter wordt¹. Ah, OK. Maar hoe komt het dat deze achterstand toeneemt en wat kunnen we doen om de leerkansen van anderstalige leerlingen te verbeteren? Dat was in feite niet gevraagd…

Een aantal inzichten:
1. Taalbarrières – Anderstalige leerlingen moeten niet alleen de vakinhoud begrijpen, maar ook de instructies en communicatie in een nieuwe taal volgen. Dit kan een uitdaging zijn.
2. Culturele verschillen – Naast taal zijn er culturele verschillen die invloed hebben op het begrip van bepaalde concepten. Leerlingen met een andere culturele achtergrond kunnen moeite hebben met het begrijpen van context en verwachtingen.
3. Ondersteuning thuis – Als ouders van anderstalige kinderen zelf de taal niet goed beheersen, kan dit hun vermogen om hun kinderen te ondersteunen bij het leren beperken³.
4. Interventies – Scholen kunnen specifieke interventies implementeren om de achterstand van anderstalige leerlingen te verminderen. Denk aan extra taalondersteuning, differentiatie in de klas en aandacht voor culturele diversiteit.
Ook deze inzichten had ik niet gevraagd, maar ze vormen wel nuttige informatie, en hadden ook wel gepast in de presentatie.

Het is belangrijk om te erkennen dat ieder kind uniek is en dat individuele ondersteuning en begrip cruciaal zijn om de leerachterstand aan te pakken. Gelukkig zijn er veel initiatieven en programma's die zich richten op het bevorderen van gelijke kansen voor alle leerlingen, ongeacht hun taalachtergrond⁴⁵.

Bron: Gesprek ('gesprek' is veel gezegd…) met Bing, 2/3/2024
(1) VIVES houdt webinar rond leerachterstand van anderstalige kinderen| Vives Hogeschool – Inleiding tot een webinar in 2021, niet de webinar zelf.
(2) Basisscholieren in achterstandswijken op achterstand | RTL Nieuws, NL 05-2019 – Dit gaat over basisscholen in achterstandswijken; meer info hier.
(3) Anderstaligen | Klasse – Intro-pagina naar een twintigtal artikels over dit onderwerp, vanuit verschillende perspectieven.
(4) Leerachterstand: 'Voor veel leerlingen is dit een blijvend litteken'. | BRUZZ, 03-2021 – Over scholen in corona-tijden.
(5) Cijfers over onderwijsachterstanden | Nederlands Jeugdinstituut, 06-2019 – Over de daling van het aantal 'achterstandsleerlingen' of kinderen met laag opgeleide ouders; weer een definitieprobleem.

Samengevat: ja, blijkbaar is dat zo; volgens de aangedragen bronnen hebben anderstalige leerlingen een achterstand op school. Maar. Copilot maakt gewag van 'onderzoek', maar geeft geen bronverwijzing. Bron 1 toont een aankondiging van een webinar, waar in de titel wordt beweerd dat "uit onderzoek blijkt dat die achterstand steeds groter wordt". Van de webinar of het onderzoek zelf is niets te vinden, terwijl Copilot dit wel presenteert als een feit. Bij online zoeken naar taalachterstand bij meertaligheid kom je voortdurend uit bij Orhan Agirdag, maar een rapport is niet te vinden. Verder in de presentatie wordt meerdere keren verwezen naar "grootschalig onderzoek", maar de oorsprong wordt niet verduidelijkt. Een studie van de VUB (zie de gerelateerde artikelen achteraan) dateert van 2021, lang na de presentatie.

Terug naar de presentatie – Eerst en vooral: wie zijn die anderstalige leerlingen? Wel, dat zijn leerlingen die thuis een andere taal spreken, al dan niet naast het Nederlands. OK, een definitie is altijd goed. Twee opmerkingen daarbij, om misverstanden te vermijden. Ten eerste: in een Vlaamse context gaat het niet alleen over allochtone leerlingen, maar ook over autochtone leerlingen, met name Franstalige leerlingen. Wat vreemde opmerking, vind ik; alsof de spreker wil zeggen dat het niet de schuld is van de allochtonen. De scholen hebben een probleem met alle niet-nederlandstalige kinderen, allochtoon of niet. En ten tweede: bijna alle anderstalige leerlingen spreken en begrijpen ook het Nederlands. Even een paar aspecten scheiden. (1) Wat is "bijna alle"? Een leerling die geen Nederlands begrijpt, en dat hoeft er maar één te zijn, heeft een grote impact op de klas. (2) Ze "spreken en begrijpen" Nederlands, maar in welke mate? Hoe minder, hoe groter de impact. (1)+(2) In feite is deze zin, door de combinatie van verschillende aspecten, te complex om te verwerken in een mondelinge conversatie. Je moet al gek genoeg zijn :-( om ze te gaan fileren, om de reikwijdte goed in te schatten. Met uitzondering van een kleine groep anderstalige nieuwkomers, die ongeveer één procent van de leerlingen uitmaakt. De groep van anderstalige leerlingen is veel groter. (1) Blijkbaar wordt hier een onderscheid gemaakt tussen 'nieuwkomers' en 'leerlingen', wat niet klopt, want die nieuwkomers zijn ook leerlingen; vlag-en-ladingprobleem (het derde) op basis van gebrekkige aspectscheiding. Het gevolg hiervan is dat je in het verdere verloop van de tekst niet meer weet of 'nieuwkomers' zijn meegeteld of niet. Maar vermoedelijk speelt dat geen relevante rol. (2) Ik veronderstel dat bedoeld wordt dat alleen nieuwkomers een taalprobleem stellen, wat mij overigens twijfelachtig lijkt. Kind en Gezin (nu Agentschap Opgroeien; de presentatie dateert van 2019) schat dat ongeveer 28 procent van de kinderen een andere taal spreekt met hun moeder (de 'thuistaal'). Dat is een grote groep. Het gaat om een op de vier kinderen in Vlaanderen en het aandeel stijgt jaar na jaar. Het agentschap geeft overigens interessante informatie voor wie iets dieper wil graven.

Nu, wat is het probleem? Wel, er is een gigantische onderwijskloof tussen wat anderstalige leerlingen presteren op  school en wat Nederlandstalige leerlingen presteren. Het probleem wordt bevestigd. Als we de recentste PISA-gegevens erbij halen (zie de driejaarlijkse PISA-rapporten), dan zien we eigenlijk dat er een kloof is van een tot twee jaar tussen wat anderstalige leerlingen en Nederlandstalige leerlingen presteren in wiskunde, leesvaardigheid en wetenschappen. Wie naar een land met een andere taal emigreert zou die taal op voorhand kunnen leren om integratie te vereenvoudigen. Als dat niet gebeurt, is te verwachten dat integratie moeilijker verloopt, en meer tijd kost, wat allicht meespeelt in het oplopen van een achterstand. Maar dan ook weer: wat is een achterstand? Wat is een jaar in een mensenleven? Waarom zouden anderstalige nieuwkomers per se in de 'juiste' leeftijdsklas moeten zitten?

Nu… Dit is een grote wonde in ons onderwijssysteem. Eentje die we dringend moeten helen. Want zoals jullie weten: het onderwijs speelt een cruciale rol in ons leven. Er zijn nog meer belangrijke parameters, maar OK. En het aandeel anderstalige leerlingen stijgt jaar na jaar. Dus ik denk dat de onderwijskloof een van de belangrijkste uitdagingen is van de 21e eeuw. Logisch gezien: als anderstaligen een achterstand hebben, en het aandeel anderstaligen neemt toe, dan veroorzaakt die toename een daling van de gemiddelde prestaties. Het belang van prestaties in internationale vergelijkingen is anderzijds ook weer stof tot nadenken. Nu, hoe komt dat? Hoe komt het dat er een onderwijskloof bestaat tussen deze leerlingen? Want, zoals gezegd, anderstalige leerlingen spreken en begrijpen ook het Nederlands. Hola! Deze stelling is misleidend. (1) Daarnet was het "bijna alle", nu blijkbaar allemaal. Zelfs één anderstalige is al een extra belasting voor de leerkracht. Bovendien is de mate van begrip variabel. (2) Als "anderstalige leerlingen Nederlands spreken en begrijpen", wat is dan het probleem ook al weer? Dus hoe komt het dat meertaligheid geen meerwaarde is voor hen, dat het geen troef is voor hen? Waar komt dit ineens vandaan? (1) Als er een verband is met de tweede vraag bij het begin van de presentatie, naar wie van de meertaligen in het publiek een achterstand ervaart, dan is ook dít misleidend. De spreker lijkt de bevindingen omtrent zijn publiek te projecteren op leerlingen. (2) Anderzijds werd aan het publiek gevraagd of de meertaligheid een achterstand had veroorzaakt (wat zowiezo iedereen zou ontkennen), en niet of het een troef was. Je kan afwezigheid van een achterstand niet vergelijken met een troef.

Een veelgehoorde veronderstelling is dat deze leerlingen slechter presteren omdat ze heel vaak een andere taal spreken en daardoor een taalachterstand ontwikkelen (oplopen). Vreemde zin; lijkt niet te kloppen. Semantiek is niet de sterkste kant van de spreker. Maar als we naar de resultaten van grootschalig onderzoek (?) kijken, dan zien we dat deze veronderstelling in feite niet klopt. Een referentie naar dat "grootschalig onderzoek" wordt niet gegeven… Is er dan geen verband tussen de taal en de leerprestaties? Jawel, er is wel een verband. Maar dat is anders dan wat heel wat mensen denken. Ten eerste, het taalgebruik van anderstalige leerlingen is heel complex. OK. Bijvoorbeeld, een leerling kan 's morgens opstaan en Arabisch spreken met zijn ouders. Daarna kan hij even tv-kijken. Netflix bijvoorbeeld. Wellicht in het Engels. Dan op school Nederlands spreken met de vrienden en voor het slapengaan nog een boek lezen in het Arabisch. Wat ik hiermee wil illustreren, is dat taalgebruik van anderstalige leerlingen heel afhankelijk is van persoon tot persoon, van tijd tot tijd, van plaats tot plaats. En wat blijkt? Meestal gebruiken anderstalige leerlingen eigenlijk het Nederlands, maar dat helpt dus niet om de onderwijskloof te dichten. Is dat zo?? De discussies hierover zijn vooral zeer "divers"; zie de gerelateerde artikels onderaan. En ten tweede: wát anderstalige leerlingen doen in hun moedertaal of in het Nederlands, is belangrijker dan hoe vaak ze Nederlands spreken of hoe vaak ze hun moedertaal spreken. Meertaligen, kinderen en volwassenen, kiezen in elke context de taal waarmee ze zich het best verstaanbaar kunnen maken. Met land- of oorsprongsgenoten is dat hun thuistaal, met de leerkracht is dat Nederlands. Als het aandeel anderstaligen toeneemt zal dan ook het gebruik van de thuistaal toenemen. Het zal duidelijk zijn dat de ontwikkeling van hun Nederlands niet verbetert in omstandigheden waar ze hun thuistaal gebruiken.

Terug naar mijn voorbeeld. Als anderstalige leerlingen in hun moedertaal communiceren met hun ouders, heeft dat in feite een positief effect op de leerprestaties, omdat in de moedertaal ouders sensitiever kunnen zijn, omdat de emotionele band tussen kinderen en ouders zich beter ontwikkelt in de moedertaal. Een verband met leerstof opnemen in het Nederlands zie ik niet dadelijk. Anderzijds: tv-kijken heeft zelden een positief effect op de onderwijsprestaties, of dat nu in het Nederlands is of in een andere taal. Hangt dat niet eerder van de inhoud af? En waarom zou de spreker TV kijken in het Nederlands willen afraden? Met uitzondering weliswaar van educatieve programma's voor kleine kinderen. Dat kan wel een positief effect hebben. De spreker is van '84; hij heeft misschien nog klein grut thuis. Nederlands spreken op school (!) of oefenkansen in het Nederlands zijn ook heel belangrijk. Dat houdt in dat we anderstaligen vaak aan het woord moeten laten en interacties met Nederlandstaligen moeten stimuleren. OK. Maar scholen zijn geen taalinstituten, dus een rem blijft het wel. Maar merk ook op dat onder de noemer van taalbad vandaag het omgekeerde gebeurt, waarbij anderstalige leerlingen eigenlijk worden gesegregeerd in aparte taalklassen waar er weinig authentieke oefenkansen zijn. Dit lijkt mij niet gefundeerd. (1) Een taalbad is nuttig bij taalonderwijs, maar niet bij andere vakken. (2) In een taalbad zijn er net wél veel authentieke oefenkansen. (3) De term 'gesegregeerd' is beladen; als dat de reden was om die te kiezen (en de tekst is vrij goed vanbuiten geleerd, dus hier is op voorhand over nagedacht), dan is dit niet OK. (4) De voorstellen van onderwijsexpert Van Damme, inclusief verantwoording, vind je hier.

En ten slotte, boeken en kranten lezen heeft 'n positief effect op de leerprestaties. Of dat nu in het Nederlands is of in de moedertaal, dat is minder belangrijk dan dat het gebeurt. Als je me niet gelooft, kan je dat zelf ook nagaan. Je moet maar naar de website van de OESO gaan en daar de PISA-gegevens van 2012 downloaden, zoals je dat gewoonlijk doet, en dan zal je het volgende zien. Zo blijkt dat anderstalige leerlingen die geen boeken of kranten lezen heel slecht presteren, onder het Vlaamse gemiddelde. Dat zijn de leerlingen die geen boeken, magazines of kranten lezen. Maar leerlingen die wel lezen in het Nederlands, presteren, in dit geval op het vlak van wiskunde, veel beter dan leerlingen die niet lezen, die geen boeken of kranten lezen. Maar leerlingen die dat vooral doen in hun moedertaal, presteren minstens even goed als leerlingen die boeken en kranten lezen in het Nederlands. Er is ook een vierde optie, namelijk leerlingen die lezen in beide talen. Die presteren nog beter dan degenen die in het Nederlands lezen en degenen die in hun moedertaal lezen. (1) Zit ook in de commentaren bij het filmpje: een correlatie is niet hetzelfde als een oorzakelijk verband. Leerlingen die meer dan gemiddeld lezen zijn misschien meer dan gemiddeld intelligent, zeker als ze dat in twee talen doen. (2) In het PISA-rapport 2012 staat wel iets over de invloed van taalgebruik (zoek op 'thuistaal'), maar over het lezen kon ik niets vinden.

Met andere woorden: meertaligheid biedt enorme kansen om onze onderwijskloof te dichten. Waar komt dát nu weer vandaan? Hierboven: leerlingen die in twee talen lezen presteren beter dan leerlingen die niet of in slechts één taal lezen. Daaruit een oorzakelijk verband afleiden is al stochastische manipulatie. Maar dáár dan uit afleiden dat meertaligheid moet ondersteund worden om prestaties te bevorderen, is helemaal van de pot gerukt. Maar opdat meertaligheid ook een troef kan zijn, dient ze eerst erkend en gewaardeerd te worden op school. Is dát wat hierachter steekt? Waardering voor de allochtone achtergrond? En dat is iets wat niet altijd gebeurt. Meestal (?) zien we binnen en buiten de scholen posters en spandoeken die benadrukken dat leerlingen enkel in het Nederlands mogen spreken, enkel in het Nederlands mogen spelen en ook enkel in het Nederlands mogen leren. En dit wordt niet alleen zo gecommuniceerd naar de leerlingen, maar ook tegenover de ouders is er een heel duidelijke boodschap dat enkel Nederlands het beste is. Minister van onderwijs Ben Weyts ondersteunt het gebruik van het Nederlands om prestaties te verbeteren. Terwijl meertaligheid, ook (??) binnen een gezin, heel veel positieve gevolgen kan (?) hebben. Binnen een gezin, ja, maar dat is wel iets anders. Het gezin is niet de school. Die "ook binnen het gezin" wil niettemin onderstrepen dat meertaligheid op school positieve gevolgen kan hebben; ook dít is manipulatief. Hoe vaak gebeurt dat, het verbieden van (het spreken van) de moedertaal, van anderstaligheid? Anderstaligheid kan je niet verbieden, dus waar slaat dit op?? Wel, uit grootschalig onderzoek (datzelfde?) blijkt dat 78 procent van de leraren vindt dat er op school door de anderstalige leerlingen geen andere taal mag worden gesproken dan het Nederlands. Hoe is dat geformuleerd? In de klas, op de speelplaats, …? Dit is onduidelijk. Omgekeerd: slechts 14 procent van de leraren vindt dat er op school plaats is voor boeken in de moedertaal van de leerlingen. Slechts?? En een overgrote meerderheid van de leerlingen bevestigt dan ook dat het verboden is om hun moedertaal te spreken op school. Zie de enquête. Zowel op de speelplaats als in de klas of zelfs om iets uit te leggen aan een klasgenoot. Ook in een ander artikel in HLN, nochtans nuancerend, blijft onduidelijk om welke situaties het gaat; een geval van gebrekkige aspectscheiding. In de klas lijkt het mij niet meer dan logisch dat Nederlands wordt verplicht; in de refter of op de speelplaats lijkt mij dat wel iets anders. Maar uit onderzoek blijkt dat leerlingen hun moedertaal vooral gebruiken voor nuttige dingen. Bijvoorbeeld om iets uit te leggen aan elkaar. Dus door de moedertaal te verbieden (waar? dit is te algemeen), ontnemen we de kinderen ook leerkansen (huh? of net niet?). Bovendien, en dat is erg pijnlijk, is het vaak niet alleen zo dat meertaligheid verboden is. Vaak worden leerlingen die betrapt worden op het spreken van hun moedertaal ook gestraft. Bijvoorbeeld, als ze drie keer betrapt worden, moeten ze de speelplaats opruimen. De vraag is: is dat zo? Zie verder. En dat is een pijnlijke praktijk, omdat deze leerlingen op zich niets misdaan hebben, behalve hun moedertaal gesproken te hebben. En door leerlingen te straffen omdat ze een andere taal spreken, helpen we hun leerkansen niet vooruit. Het tegendeel is waar. Daar kan ik inkomen.

Intermezzo – Opnieuw schakel ik MS Copilot in, als spion, met de volgende vraag: "zijn leerlingen bestraft omdat ze drie keer betrapt werden op het spreken van hun moedertaal?". Het antwoord zegt o.m. iets over het gevaar van vertrouwen in AI-chatbots. De bronnenlijst is interessant.

Ja, het blijkt dat sommige leerlingen op school worden bestraft wanneer ze hun thuistaal spreken. Dat is alvast geen antwoord op de vraag. Uit een onderzoek van enkele Vlaamse universiteiten is gebleken dat ongeveer 65% van de leerlingen die thuis een andere taal dan het Nederlands spreken, die taal in de les of tijdens de speeltijd niet gebruiken. Bij kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst is dat zelfs 80%¹. In veel scholen wordt het gebruik van de thuistaal ook bestraft, bijvoorbeeld met strafstudie. Er zijn zelfs gevallen waarin een leraar zijn leerlingen geld laat inzetten (de bron zegt "in een pot steken"; Copilot maakt er "inzetten" van… :-) telkens ze betrapt worden op Turks of Marokkaans spreken¹.

De onderzoekers zijn echter van mening dat deze straffen geen goed idee zijn. Het stigma dat daardoor aan de taal kleeft, zou de lage slaagkansen van kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst kunnen verklaren. Bovendien geeft het bestraffen van de thuistaal leerlingen het gevoel dat hun thuistaal en cultuur op school niet gewaardeerd worden. Volgens hen vergroot het buitensluiten van de thuistaal de afstand tussen het leven thuis en dat op school. Ze pleiten voor een meer flexibele benadering waarbij het Nederlands en de thuistaal samen kunnen gaan¹.

De onderwijsnetten zijn het erover eens dat de scholen de thuistaal van alle leerlingen moeten waarderen. Hoewel het belangrijk is dat leerlingen van Turkse en Marokkaanse afkomst zoveel mogelijk Nederlands spreken, ook op de speelplaats, mag dit niet worden gepercipieerd als een onderwaardering voor hun cultuur. Het doel is om leerlingen uit te nodigen om meer Nederlands te spreken zonder hun eigen taal en cultuur te verwaarlozen¹.

De eerste twee paragrafen hebben te maken met een onderzoek bij 11000 leerlingen door de universiteiten van Antwerpen, Gent en Leuven. De derde paragraaf geeft de mening van Mieke Van Hecke van het katholiek onderwijs (!). Het onderscheid is wel van belang, maar dat begrijpt Copilot uiteraard niet. Vermits begrip voor generatieve AI een zwart gat is, zouden AI-chatbots eigenlijk alleen mogen gebruikt worden om bronnen te vinden; de geproduceerde teksten zijn onbetrouwbaar. Merk ook op dat de eigenlijke vraag niet beantwoord werd; of dat hangt aan de interpretatie van de vraag door Copilot of aan de afwezigheid van de informatie is onduidelijk.

Bron: Gesprek met Bing, 3/3/2024
(1) "Thuistaal bestraffen op school geen goed idee" – VRT NWS 12-2012, zonder auteur?!.
(2) Opinie: "Niemand zou gestraft moeten worden omdat hij z'n eigen taal spreekt" – StampMedia 04-2022.
(3) Het straffen van meertaligheid op school: de schaamte voorbijOrhan Agirdag, KU Leuven 2017.
(4) Meertaligheid en meertalig onderwijs in de Lage Landen – Een paradoxaal gegevenOrhan Agirdag, KU Leuven 2019. In de bronnenlijst van dit artikel vinden we o.m. volgende referentie: Pulinx, R., Van Avermaet, P., & Agirdag, O. (2017). Silencing linguistic diversity: The extent, the determinants and consequences of the monolingual beliefs of Flemish teachers. International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 20(5), pp. 542-556. Titels als "Het straffen van meertaligheid op school" en "Taaldiversiteit onderdrukken" zeggen ook al iets over de benadering.

Vooral die laatste twee bronnen, beide van de hand van de spreker, Orhan Agirdag, zijn de moeite waard om eens na te kijken, omdat ze overeenstemmen met de stelling van de UvV-presentatie, waarvoor de tekst van 2019 blijkbaar heeft gediend als basis. Opvallend in de tekst van 2017 is dat het daar meermaals gaat over het "bestraffen van meertaligheid". Dit is uiteraard een vies vlag-en-ladingprobleem, het zoveelste! Als er in de praktijk al iets wordt bestraft (en dat mag inderdaad kritisch bekeken worden), dan gaat het wel over het gebruik van de thuistaal waar gebruik van het Nederlands wordt gevraagd. Dat Agirdag daar bestraffing van meertaligheid in ziet, daar heb ik geen beleefde omschrijving voor. Het lijkt er ook op dat alle artikels die iets zeggen over bestraffingen, uit dezelfde bron komen.

Terug naar de presentatie – En dit gebeurt natuurlijk met de beste intenties, dat leerlingen bestraft worden omdat ze hun moedertaal spreken. Of "bestraffing van meertaligheid" ook met de beste intenties wordt gezegd, zou ik betwijfelen. Want leraren willen eigenlijk dat hun leerlingen zo goed mogelijk Nederlands leren. Dat gebeurt dus inderdaad met de beste intenties. Maar zoals het spreekwoord zegt: de weg naar de hel is geplaveid met goede intenties. Daar kan iets van waar zijn, maar de uitdrukking past hier als een tang op een varken. Naar de hel met de goede intenties van leerkrachten; Turks op school moet kunnen!? Ik begin te veronderstellen dat de spreker zelf in zijn jeugd is gediscrimineerd omwille van zijn taal. En het resultaat van het verbieden en bestraffen van meertaligheid (hier wéér!) is dat leerlingen zich gaan schamen voor hun moedertaal en zich eigenlijk gaan schamen voor hun oudersDat kan natuurlijk prima vermeden worden als die ouders zelf ook Nederlands leren, met een positief effect op hun eigen integratie, en op de samenhang van de maatschappij als geheel. Hoe simpel zou integratie worden als migranten onze taal zouden leren vooraleer ze hier komen wonen…? Iets wat een bron had moeten zijn van trots, van fierheid, namelijk meertaligheid (ja, man…), wordt zo herleid tot een bron van schaamte. En dat is werkelijk niet oké. De framing ook niet…

Nu, ik pleit zeker niet voor een soort laxisme of laisser-faire als het over taal op school gaat. Wikipedia: "Laxisme was een stroming in de katholieke moraaltheologie van de 17de eeuw volgens welke een zwak argument voor het niet van gelding of toepassing zijn van een bepaalde norm of verplichting reeds voldoende is om er zich in geweten van ontslagen te achten". Mogelijk wordt hier iets anders bedoeld (laksheid?); ik durf niet veronderstellen dat de meertaligheid van de spreker daar iets mee te maken heeft. Ik denk dat leerlingen gewoon maar laten doen evenmin wenselijk is als leerlingen iets verbieden. Want als je leerlingen gewoon laat doen, zou het inderdaad kunnen dat ze elkaar beginnen uit te sluiten op basis van hun taal of leraren beginnen uit te sluiten uit hun conversaties (wat ook geldt voor ouders die geen Nederlands leren; het idee van Ben Weyts om het Nederlands te verplichten als voertaal op school, inclusief oudercontacten, is begrijpelijk). Dat is wel degelijk een risico van laxisme en laisser-faire en daar pleit ik niet voor. Ik pleit wel voor duidelijke taalafspraken. Dat je bijvoorbeeld tegen die leerlingen zegt dat hun kennis van de moedertaal bijzonder goed is (voor zover een leerkracht dat kan beoordelen), dat ze er trots op mogen zijn. Dat ze boeken kunnen lezen in hun moedertaal (?!), dat ze informatie kunnen opzoeken in hun moedertaal (?!) en dat ze elkaar kunnen helpen in hun moedertaal (?!). Dat is toch wel een duidelijk pleidooi vóór meertaligheid in de klas; wat moeten de Nederlandstalige leerlingen daarmee? En tegelijk ook duidelijke afspraken maken, dat het niet de bedoeling is dat leerlingen worden uitgesloten op basis van een gesproken taal, op de speelplaats of elders op school (dat geldt in twee richtingen, voor allochtonen en autochtonen). Beide aspecten, meertaligheid waarderen en duidelijke taalafspraken maken, gaan voor mij hand in hand.

Dus meertaligheid mag absoluut niet gebruikt worden als een excuus voor een soort laxisme, een excuus voor laisser-faire. Rare bewering. Wat bedoelt hij hier eigenlijk? Integendeel, ik denk dat we ambitieuze en gedisciplineerde taalafspraken nodig hebben, willen we meertaligheid ten volle benutten. Hij blijft volhouden. Kortom, mensen, hebben meertalige kinderen, kinderen die thuis een andere taal spreken, een slechter rapport? Ja. Wetenschappelijk onderzoek zegt dat zij inderdaad minder goed presteren op school. Maar dat komt niet omdat ze een andere taal spreken. Dat komt wel omdat we er als samenleving niet in slagen om de waardevolle meertalige capaciteiten van de leerlingen ten volle te benutten. M.a.w. de achterstand van de anderstalige leerlingen is de schuld van de samenleving. En dat kan anders. Ik dank jullie (voor de aanwezigheid).


Epiloog

In deze blog, die gebaseerd is op diverse soorten basale fouten, zijn er twee die boven de rest uitsteken qua frequentie: vlag-en-ladingproblemen en gebrekkige aspectscheidingen. In de bespreking hierboven, van een presentatie over taalachterstand van anderstalige leerlingen, heb ik er verschillende aangeduid. Er is er nog een gebrekkige aspectscheiding die niet zo dadelijk opvalt, maar mogelijk wel een polarisatie veroorzaakt. Het artikel van directrice Charlotte Zwemmer (zie heel onderaan) geeft een goede beschrijving van een aspect van de problematiek:

Er is zelfs sprake van twee kampen, met aan de ene kant het meertalige, inclusieve model (Agirdag en co, zeg maar) en aan de andere kant een keuze voor taalhomogene niveaugroepen met een sterke focus op het Nederlands (Weyts en co). De 'inclusieven' verwijten de 'homogenen' dat ze segregatie in de hand werken, die laatsten vinden hun tegenstanders dan weer ideologisch verkrampt en hopeloos naïef.

De spreker, Orhan Agirdag, heeft het in zijn presentatie ook over segregatie, in een context die van een praktisch probleem, nl. het organiseren van onderwijs voor een diverse groep leerlingen, een sociaal probleem maakt, nl. het onderwaarderen van 'meertaligheid'. Goed onderwijs organiseren is moeilijk, en is een constante bekommernis van veel mensen in de politiek en in het onderwijsveld. Nieuwkomers in onze maatschappij integreren is al even moeilijk, en al evenzeer voorwerp van inspanningen vanuit politiek en sociale organisaties. In deze presentatie worden de beide schaamteloos vermengd, wat volgens mij de beide problemen alleen maar groter maakt.

Ook de gebrekkige aspectscheiding tussen 'meertalig' en 'anderstalig' blijft een gangmaker van misverstanden. Agirdag pleit voor waardering van meertaligheid, en daar heeft hij wellicht een punt. Ik denk dat meertaligheid, al is het Frans/Duits/Engels, het begrip voor andere taalgroepen en culturen vergroot, wat problemen kan verkleinen bij de integratie van migranten. Aan de andere kant heb je anderstalige leerlingen (thuistaal niet Nederlands) die het onderwijssysteem onder druk zetten, en dat is een heel ander probleem. De spreker maakt het onderscheid tussen meertalig en anderstalig echter niet, of alvast onvoldoende, gedurende de hele presentatie; de vermenging begint zelfs al in de eerste paragraaf. Je kan je afvragen of dat met opzet is; indien niet, dan is er gewoon sprake van een flagrante gebrekkige aspectscheiding, indien wel, dan denk ik inderdaad aan ideologische verkramping.

De klassieke oplossing van een gebrekkige aspectscheiding is in principe simpel: houd de aspecten uit elkaar, en probeer de afzonderlijke problemen ook afzonderlijk aan te pakken. In dit geval: de organisatie van onderwijs voor anderstalige leerlingen wordt beter los gezien van de integratie van nieuwkomers. In dat opzicht is het voorstel om vreemde thuistalen toe te laten in de klas een rem op het verbeteren van de samenleving.


Gerelateerde artikels

Slecht presteren komt niet door taalachterstand – Orhan Agirdag, 12-2016 – Artikel in De Standaard, nog iets meer activistisch dan de presentatie.

Crevits: "Allochtone ouders, spreek Nederlands, wees betrokken" – K. Heylen, 03-2017 – Hilde Crevits verwoordt in 2017 zowat dezelfde ideeën als Ben Weyts recent.

Meertaligheid op school: wat zeggen de onderwijsexperten?B. Vermeersch, 11-2017 – Bedenkingen van enkele experten, o.m. Dirk Van Damme, en Piet Van Avermaet. Die laatste werkte al met Agirdag samen; zie hoger. Het artikel van VRT NWS is wel evenwichtig.

Taalachterstand onder jongerenHoe komt het dat jongeren laaggeletterd het onderwijs verlaten?  – VUB, 02-2021 – Literatuuronderzoek betreffende diverse aspecten van taalachterstand. Het rapport geeft een neutraal overzicht van de relevante elementen van het probleem. De termen anderstalig of meertalig komen hier niet voor.

Weyts wil alleen nog Nederlands horen op de speelplaats – J. Vancaeneghem, 08-2023 – De wil om Nederlands te verplichten in de klas en op de speelplaats wordt niet gedeeld door de onderwijskoepels. Zijn de scholen bang om leerlingen te verliezen?

Weinig enthousiasme voor alleen Nederlands op school: 'De thuistaal van een leerling is een deel van zijn identiteit'C. Meeussen, 08-2023 – Directeurs over het Nederlands als voertaal op school.

In 6 basisscholen in Mechelen kunnen anderstalige ouders nu Nederlandse les volgen – K. Heylen, Radio 2, 10-2023

"Dokter Neder en dokter Lands" geven anderstalige ouders aan schoolpoort in Wemmel een "voorschrift" om Nederlands te praten – L. Segers, Radio 2, 11-2023 – Een ludieke actie vraagt alle anderstalige ouders uitdrukkelijk om het Nederlandstalig karakter van de school te eerbiedigen.

Leerlingen op school verbieden hun moedertaal te spreken is hen naar de uitgang duwen – T. Van der Zwan, 02-2024 – Het Nederlands in België is een doolhof; nieuwkomers hebben nood aan een plattegrond.

Laat leerlingen hun meertaligheid als troef inzetten in de klas – T. Van der Zwan, 03-2024 – De mening van een leerkracht, uitgaande van het idee dat meertaligheid een troef is.

Het gepolariseerde debat over het taalbeleid in het onderwijs helpt scholen niet vooruit. Gelukkig hebben ze zelf expertise – C. Zwemmer, 03-2024 – Een directeur in Anderlecht geeft een zicht op de problematiek, inclusief OKAN-klassen.