Het IMF over AI

Deze analyse begon met een artikel in De Standaard: IMF maakt zich zorgen over 'massale verstoringen van de arbeidsmarkt' door AI. Uiteraard heb ik dat grondig gelezen; zie hieronder in sectie 1. Dit is een artikel over een recent rapport van het IMF (juni 2024), waarover meer uitleg in sectie 2. Ook Kristalina Georgieva, Magaging Director van het IMF, pleegde een bericht over de gevolgen van AI voor de arbeidsmarkt, dat echter vooral het neoliberaal karakter van de organisatie bevestigt; zie sectie 3 voor een vertaling. Secties 3 en 2 werden in feite eerst verwerkt, waardoor die menige opmerking bevatten die ook op sectie 1 van toepassing is. Je zou secties 1 en 2 (specifiek over generatieve AI) kunnen skippen zonder de kern van de boodschap (over AI algemeen) te missen.


1 – IMF maakt zich zorgen over 'massale verstoringen van de arbeidsmarkt' door AI

Het Internationaal Monetair Fonds waarschuwt voor de 'toenemende ongelijkheid' en 'massale verstoringen op de arbeidsmarkt' die generatieve AI met zich mee kan brengen.

nc, 18 juni 2024 om 10:18

Hoewel het IMF het potentieel aanstipt van generatieve AI om de productiviteit te verhogen en de levering van openbare diensten te bevorderen (chatbots zijn al een pest; AI gaat die nog versterken), baart de technologie het fonds ook "grote zorgen", klinkt het in een nieuw rapport. Generatieve AI is een vorm van kunstmatige intelligentie die automatisch tekst, afbeeldingen en gevarieerde inhoud kan produceren. Het fonds dringt er bij regeringen op aan om hun economieën beter te beschermen tegen mogelijke negatieve gevolgen op hun arbeidsmarkt. Waarom richt het IMF zich tot regeringen, en niet tot de profiteurs van de AI-hausse?

"Alleen al de snelheid en de omvang van de transformatie creëren bezorgdheid over het jobverlies en de grotere ongelijkheid. Gezien de onzekerheid over de toekomst van AI, moeten regeringen een flexibele aanpak kiezen die hen voorbereidt op erg disruptieve scenario's", schrijft Era Dabla-Norris, adjunct-directeur bij de afdeling fiscale zaken van het IMF en coauteur van het rapport in een begeleidend bericht. Regeringen? En de techsector zelf dan?

Eerdere automatiseringsgolven, zoals de invoering van robotica, troffen vooral arbeiders of lagergeschoolde medewerkers. Generatieve AI dreigt vooral een impact te hebben op banen van hooggeschoolde werknemers en bedienden. "Hoewel AI uiteindelijk de algemene werkgelegenheid en lonen zou kunnen (?!) stimuleren," schrijft Dabla-Norris, "zou het grote delen van de beroepsbevolking voor langere tijd werkloos kunnen maken, wat de overgang pijnlijk zou maken." De uitdrukking "zou kunnen" wordt vooral gebruikt voor toekomstige gebeurtenissen die hoogst onzeker zijn. Niettemin (zie vorige paragraaf) "zouden regeringen zich moeten voorbereiden op disrupties". Wie houden ze hier voor de gek?

Ruimere werkloosheidsverzekering

Het IMF schat dat 40 procent van alle banen wereldwijd blootgesteld wordt aan de impact van AI. In geavanceerde economieën loopt dat op tot 60 procent, gezien de vele jobs gericht op cognitieve taken. Ongeveer de helft daarvan zou negatieve gevolgen kunnen ervaren. Oudere werknemers zijn daarbij kwetsbaarder omdat ze mogelijk niet over de vaardigheden die nodig zijn in het AI-tijdperk beschikken. Het kan voor hen ook langer duren om die te verwerven. Zie ook sectie 3.

Volgens het IMF kan fiscaal beleid een belangrijke rol spelen om een gelijkere verdeling te bekomen van de voordelen van AI. Maar dat zal belangrijke verbeteringen (?) vergen van sociale beschermingen en belastingsystemen. Eerdere automatiseringsgolven en modellen van het IMF leren dat "genereuzere werkloosheidsverzekeringen de negatieve impact van AI op werknemers kunnen (?) verzachten, waardoor werknemers die hun job verliezen (door AI, red.) de kans krijgen om jobs te vinden die beter aansluiten bij hun vaardigheden." Begrijpelijk.

Om de overgang op te vangen en sociale cohesie in de samenleving te behouden, raadt het IMF daarnaast opleidingen per sector aan, stageplaatsen en omscholingsprogramma's om werknemers beter voor te bereiden op jobs in het AI-tijdperk. Een speciale belasting op AI die al als oplossing is voorgesteld om inkomsten te genereren om de negatieve effecten van AI op te vangen, vindt het IMF niet aangewezen. Was te verwachten van neoliberalen; het begrip "belastingen" is vooral van toepassing op de bevolking, niet op de techsector.

Gezien de grote onzekerheid over "de aard, de impact en de snelheid van de ontwikkelingen op het vlak van generatieve AI", raadt het IMF overheden aan te kiezen voor een flexibele benadering. Die moet hen zowel op business as usual voorbereiden als op "zeer ontwrichtende scenario's". Was al gezegd.

Eigenlijk is dit een vreemd artikel. De titel lijkt te wijzen op een sociale bekommernis, maar voor de rest wordt de neoliberale boodschap van het IMF gewoon overgenomen: de inhaligheid van de techsector veroorzaakt problemen, en de overheid moet die oplossen. Zou dit een initiatief zijn van het IMF zelf? Een verspreiding van haar eigen boodschap, met in de titel een hint naar een sociale ingesteldheid die ze niet heeft, maar wel mooi staat? De vermelding 'nc' in de plaats van een auteur spreekt dat alvast niet tegen.


2 – Het IMF-rapport

Het bedoelde IMF-rapport vind je hier, en een inleidende pagina hier. De inleiding van het rapport (vertaald):

Generatieve kunstmatige intelligentie (gen AI) heeft een enorm potentieel om de productiviteitsgroei te stimuleren (ten voordele van de vrije markt) en de publieke dienstverlening te bevorderen (doekje voor het bloeden, en afleidingsmaneuver), maar roept ook grote zorgen op over massale verstoringen van de arbeidsmarkt en toenemende ongelijkheid. In deze notitie (?) wordt besproken hoe fiscaal beleid kan worden ingezet om de technologie en de toepassing ervan zodanig te sturen dat de mensheid er het meeste baat bij heeft, terwijl de negatieve arbeidsmarkt- (banenverlies) en verdelingseffecten (toename van de ongelijkheid) worden opgevangen (door de maatschappij!) om de voordelen (voor de techsector!) te verbreden. Gezien de grote onzekerheid over de aard, de impact en de snelheid van ontwikkelingen op het gebied van gen-AI, moeten overheden kiezen voor een flexibele benadering die hen voorbereidt op zowel business as usual als zeer ontwrichtende scenario's. Dus de overheid moet zich voorbereiden op zeer ontwrichtende scenario's, in plaats van die tegen te gaan. Wie is hier eigenlijk de baas, de markt of de overheid? Neoliberalisme ten top.

Op de op het eerste gezicht overbodige hulppagina staat volgende opmerking:

Disclaimer: Deze discussienota geeft de standpunten van de auteurs weer en vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de standpunten of het beleid van het IMF. De hierin geuite opvattingen moeten worden toegeschreven aan de auteurs en niet aan het IMF, zijn Raad van Bestuur of zijn management. Staff Discussion Notes worden gepubliceerd om commentaar uit te lokken en het debat te bevorderen. Wel vreemd voor een officieel rapport van het IMF. Vandaar ook die 'notitie' in de inleiding.


3 – AI zal de wereldeconomie veranderen. Laten we ervoor zorgen dat het de mensheid ten goede komt.

AI zal invloed hebben op bijna 40 procent van de banen over de hele wereld, sommige vervangen en andere aanvullen (de verantwoordelijkheid van de mens reduceren; en dan ook zijn inkomen, waarschijnlijk). We hebben een zorgvuldige balans van beleid nodig om het potentieel aan te boren. Dat laatste poneert meteen dat het potentieel moet aangeboord worden. Het IMF lijkt mij overigens een promotor van het neoliberalisme, dus veel kritische bedenkingen verwacht ik niet.

Kristalina Georgieva, 14 januari 2024 (grote baas van het IMF; mooie naam overigens, Kristalina: bevat 'kristal', maar ook 'stalin')

We staan aan de vooravond van een technologische revolutie die de productiviteit omhoog kan stuwen, de wereldwijde groei kan stimuleren en de inkomens wereldwijd kan verhogen. Maar het kan ook banen vervangen en de ongelijkheid vergroten. (1) Vooravond? Artificiële intelligentie bestaat al zeventig jaar. De recente doorbraak is een gevolg van geleidelijk toegenomen computercapaciteit, maar vooral van het lef van Big Tech om in november 2022 een krakkemikkige technologie op de markt te gooien; zie de blogartikelen over AI. (2) Groei stimuleren en inkomen verhogen geldt dan vooral voor diezelfde Big Tech. Op veel andere domeinen (industrie, medische beeldverwerking) werd AI al toegepast, dus zal ze daar minder extra's opleveren. (3) De actuele heisa rond AI is vooral het gevolg van de introductie van "generatieve AI" (ChatGPT e.d.) die veel indruk maakt met tekst- en beeldverwerking, maar weinig betekent voor andere AI-toepassingen. De techsector profiteert niettemin van de hausse, en aarzelt daarbij niet om de overheid ook nog eens het mes op de keel te zetten; zie Global AI Moratorium.

De snelle opmars van kunstmatige intelligentie heeft de wereld in zijn ban. Waarom toch altijd de horizon achternalopen? Het veroorzaakt zowel opwinding (in de techsector) als onrust (bij de werkende bevolking) en roept belangrijke vragen op over de mogelijke gevolgen voor de wereldeconomie. Het netto-effect is moeilijk te voorspellen, omdat AI de economieën op complexe manieren zal beïnvloeden. Wat we wel met enige zekerheid kunnen zeggen, is dat we een reeks beleidsmaatregelen moeten bedenken om het enorme potentieel van AI veilig in te zetten voor het welzijn van de mensheid. Het IMF veronderstelt dus dat het welzijn kan geschaad worden. Wat echter nog nooit een reden geweest is om producenten te stoppen (bv. alcohol, sigaretten, junkfood, …).

De aard van werk veranderen

In een nieuwe analyse onderzoeken IMF-medewerkers de mogelijke impact van AI op de wereldwijde arbeidsmarkt. Veel studies hebben voorspeld dat banen waarschijnlijk zullen worden vervangen door AI. Ongelooflijk hoeveel studies worden uitgevoerd om evidenties 'waarschijnlijk' te bewijzen. De meetmaatschappij. Toch weten we dat AI in veel gevallen waarschijnlijk (…) een aanvulling zal zijn op menselijk werk. In de IMF-analyse komen beide krachten aan bod.

De bevindingen zijn opvallend: bijna 40 procent van de wereldwijde werkgelegenheid is blootgesteld aan AI. Straffe uitspraak: werkgelegenheid (gaat het daar wel om?) is blootgesteld (!) aan ("exposed to") AI, alsof het nucleaire straling betreft. In het verleden hadden automatisering en informatietechnologie de neiging :-) om routinematige taken aan te pakken, maar een van de dingen die AI onderscheidt (van automatisering en informatietechnologie? vlag-en-ladingprobleem) is zijn vermogen om invloed uit te oefenen op hooggekwalificeerde banen. Als gevolg hiervan lopen geavanceerde economieën (verband met hooggekwalificeerde banen?) meer risico's van AI – maar ook meer mogelijkheden om de voordelen ervan te benutten – dan opkomende markten en zich ontwikkelende economieën. Het IMF staat bekend als een ondersteuner van de westerse economie; zie ook Omgroei.

In geavanceerde economieën kan AI invloed hebben op ongeveer 60 procent van de banen. Ongeveer de helft van de blootgestelde banen kan profiteren van AI-integratie, waardoor de productiviteit toeneemt. Voor de andere helft kunnen AI-toepassingen belangrijke taken uitvoeren die momenteel door mensen worden uitgevoerd, waardoor de vraag naar arbeid kan afnemen, wat kan leiden tot lagere lonen en minder aanwervingen. In de meest extreme gevallen kunnen sommige van deze banen verdwijnen. Typisch aan het neoliberalisme is dat de afhankelijkheid van menselijke werkkrachten zo veel mogelijk wordt afgebouwd. AI is het nieuwste speelgoed in die afbraak.

In opkomende markten en lage-inkomenslanden daarentegen zal de blootstelling aan AI naar verwachting respectievelijk 40 procent en 26 procent bedragen. Deze bevindingen suggereren dat economieën in opkomende markten en ontwikkelingslanden minder directe verstoringen zullen ondervinden van AI. Toch kwantitatief (de meetmaatschappij); kwalitatieve invloeden worden gemakshalve genegeerd. Tegelijkertijd beschikken veel van deze landen niet over de infrastructuur of geschoolde arbeidskrachten om de voordelen van AI te benutten (noch de nadelen op te vangen, maar ook dát wordt even genegeerd), waardoor het risico bestaat dat de technologie na verloop van tijd de ongelijkheid tussen landen kan vergroten (alsof de IMF dat echt een risico vindt…).

AI kan ook van invloed zijn op de inkomens- en vermogensongelijkheid binnen landen. We kunnen polarisatie zien binnen inkomensklassen, waarbij werknemers die AI kunnen toepassen hun productiviteit (mogelijk) en loon (te betwijfelen; in elk geval afhankelijk van de promotie van AI door groepen als het IMF) zien stijgen en werknemers die dat niet kunnen achterblijven. Onderzoek toont aan dat AI minder ervaren werknemers kan helpen hun productiviteit sneller te verhogen. Voor jongere werknemers kan het makkelijker zijn om kansen te benutten, terwijl oudere werknemers moeite kunnen hebben om zich aan te passen. Wel veel 'kunnen'… Menige organisatie heeft zich al verbrand door 'kunnen' te verwarren met 'zullen'. Frappant is wel dat de grootste dromers in een organisatie meer kans lijken te maken op topposities. Met wereldwijde klimaatproblemen en ongelijkheid tot gevolg.

Het effect op het arbeidsinkomen zal grotendeels afhangen van de mate waarin AI een aanvulling vormt op werknemers met een hoog inkomen. Huh? Als AI werknemers met een hoger inkomen aanzienlijk aanvult (wat precies aanvult?), kan het leiden tot een onevenredige stijging van hun arbeidsinkomen. Dat zie ik niet. Bovendien zullen productiviteitswinsten van bedrijven die AI toepassen waarschijnlijk de kapitaalopbrengsten verhogen, wat ook in het voordeel kan zijn van mensen met een hoog inkomen. Maar dat zijn niet de werknemers. Beide fenomenen kunnen (in dit geval wel 'zullen'!) de ongelijkheid vergroten. Zoals het altijd gaat: de top zal zich weer verrijken, de werkvloer moet de broeksriem aanhalen (omdat anders de broek op de schoenen zakt), en de lagen daartussen mogen een proportioneel graantje meepikken om de vrede te bewaren.

In de meeste scenario's zal AI de algehele ongelijkheid waarschijnlijk vergroten, een verontrustende trend die beleidsmakers proactief moeten aanpakken om te voorkomen dat de technologie sociale spanningen verder aanwakkert. Het zijn weer de beleidsmakers die het moeten oplossen; zie ook Global AI Moratorium. Het is cruciaal dat landen uitgebreide sociale vangnetten creëren en omscholingsprogramma's aanbieden voor kwetsbare werknemers. Zo doorzichtig. Zo kunnen we de AI-overgang inclusiever (hupsakee, ook dát nog) maken, bestaansmiddelen beschermen en ongelijkheid tegengaan (ja, zeg). Dat de techsector zich mag verrijken, en "het beleid" de problemen mag oplossen is typisch voor het neoliberalisme. Big Tech zuigt alle middelen uit de maatschappij.

Een inclusieve AI-gedreven wereld

AI wordt met een opmerkelijke snelheid geïntegreerd in bedrijven over de hele wereld, wat de noodzaak onderstreept voor beleidsmakers om actie te ondernemen. Het besef van urgentie wordt aangewakkerd; de profiteurs willen zo veel mogelijk binnenrijven vooraleer het compleet mis gaat.

Om landen te helpen het juiste beleid te ontwikkelen, heeft het IMF een AI-paraatheidsindex ontwikkeld die de mate van gereedheid meet (de meetmaatschappij…) op gebieden als digitale infrastructuur, menselijk kapitaal en arbeidsmarktbeleid, innovatie en economische integratie, en regelgeving en ethiek.

Het onderdeel menselijk kapitaal en arbeidsmarktbeleid evalueert bijvoorbeeld elementen als aantal jaren onderwijs en mobiliteit op de arbeidsmarkt, evenals het deel van de bevolking dat onder een sociaal vangnet valt. Het onderdeel regelgeving en ethiek beoordeelt het vermogen van het wettelijk kader van een land om zich aan te passen aan digitale bedrijfsmodellen en de aanwezigheid van sterke governance voor effectieve handhaving (van wat? inspanningen tot digitalisering?).

Met behulp van de index beoordeelden IMF-medewerkers de gereedheid van 125 landen. Geweldig: de IMF amuseert zich met het toepassen van een tool die het zelf ontwikkeld heeft. Allicht zonder de straat op te moeten. Uit de bevindingen blijkt dat rijkere economieën, waaronder geavanceerde en enkele opkomende markteconomieën, doorgaans beter zijn toegerust voor de invoering van AI dan landen met een laag inkomen, hoewel er aanzienlijke verschillen zijn tussen landen. AI is dus eerder iets voor de rijken (zoals iPhones, waar Apple alvast niet armer van wordt). Sam Altman van OpenAI hoort de ezel al geld schijten, de Jood. Singapore, de Verenigde Staten en Denemarken scoren het hoogst op de index op basis van hun sterke resultaten (volgens de appreciatie van het IMF…) in alle vier de onderzochte categorieën.

Op basis van de inzichten van de AI-paraatheidsindex moeten geavanceerde economieën prioriteit geven aan AI-innovatie en -integratie en tegelijkertijd robuuste regelgevingskaders ontwikkelen. Deze aanpak zorgt voor een veilige en verantwoordelijke AI-omgeving en helpt het vertrouwen van het publiek te behouden (stel je voor dat het publiek gaat inzien wat het neoliberalisme kost aan de maatschappij; de hesjes zouden nogal aan het dansen gaan). Voor opkomende markten en zich ontwikkelende economieën moet de prioriteit liggen bij het leggen van een sterke basis door middel van investeringen in digitale infrastructuur en digitaal vaardige arbeidskrachten. Allemaal mee, de horizon achterna.

Het AI-tijdperk is aangebroken en het ligt nog steeds (het is nog niet te laat??) in onze macht om ervoor te zorgen dat het welvaart brengt voor iedereen. Als de profiteurs nu eens wat meer belasting betaalden…