Over gevaarlijke ideeën gesproken

Een artikel in Trends doet mijn bloeddruk kortstondig stijgen. Is 'degrowth', dat eerder al ter sprake kwam in Broeierig economisch klimaat en Minder is meer, werkelijk een gevaarlijk idee, zoals Johan Norberg beweert? Hieronder fileer ik de tekst, waarin af en toe sprake is van 'links' en 'rechts'. In politieke berichten en discussies zie je deze termen voortdurend rondwaren, maar wat betekenen ze eigenlijk? Verderop voel ik AI hierover nog eens aan de tand (zonder gebeten te worden), en ik ontdek een rotte-kiesdrama in de vorm van een gigantisch vlag-en-ladingprobleem. Tussendoor werp ik een blik (zonder veel te raken) op enkele in de context veel voorkomende -ismen.


"Degrowth is een van de gevaarlijkste ideeën van onze tijd": liberaal denker Johan Norberg over kapitalisme als motor van vooruitgang

Laurens Bouckaert, Trends 12-08-2024

De Zweedse historicus Johan Norberg is een gepassioneerd voorstander van het kapitalisme. In zijn studentenjaren was Norberg zelfs anarchist, later werd hij libertariër (libertarisme streeft naar maximale individuele vrijheid en soevereiniteit op zowel persoonlijk als nationaal niveau). In zijn nieuwste boek, The Capitalist Manifesto, waarschuwt hij voor de gevaren die zowel van links als van rechts komen, waar politici steeds vaker twijfelen aan de waarde van economische vrijheid en pleiten voor meer gecentraliseerde macht. "Sinds de jaren vijftig is het risico om te sterven in een klimaatgerelateerde ramp met 90 procent gedaald. Niet omdat de opwarming van de aarde fictie is, maar omdat we rijker en technologisch geavanceerder zijn geworden." Kromme redenering; zie verder. Dit begint al kwalijk.

Vreest u niet dat u met dit laatste boek preekt voor de eigen parochie? Pleitbezorgers van degrowth en rechtse nativisten zullen de boodschap waarschijnlijk niet ter harte nemen. (1) Nativisme is politiek beleid dat belangen van een inheemse bevolking bevordert boven die van immigranten (mogelijk is dat per definitie 'rechts'); geen idee wat dat hier komt doen. (2) De vraag lijkt mij nogal overbodig; elk boek preekt immers voor eigen parochie. (3) Dat "degrowth" en "rechts nativisme" hier samen gepresenteerd worden lijkt te wijzen op een pro-kapitalistische vooringenomenheid van de interviewer. De techniek is geraffineerd: stel idee A tegenover een combinatie van ideeën B1 en B2, die niets met elkaar te maken hebben, terwijl de meeste mensen óf B1 óf B2 niet kunnen steunen, dan blijft A over als beste keuze.

JOHAN NORBERG – Dat risico is er zeker, maar soms is het belangrijk voor eigen parochie te preken. Hij is pastoor… In de geschiedenis zien we vaak een reactie tegen openheid en vrije markten, aangedreven door bepaalde (bedenkelijke?) groepen. Of dat leidt tot een aanzienlijke terugval (van openheid en vrijheid), hangt af van degenen die de waarde van die ideeën begrijpen (waaronder hijzelf, als voorganger). Als ze zwijgen, kan dat beslissend zijn (hij vindt dat hij niet mag zwijgen, vandaar zijn nieuwe boek). Mijn boek herinnert eraan dat we die verandering (terugval) niet hoeven te accepteren, vooral omdat de feiten die niet ondersteunen (??; hier lijkt iets te ontbreken). Het kapitalisme blijft de beste hoop voor de mensheid (toch voor kapitalisten). Als je het daarmee eens bent, spreek je dan uit en bied weerstand tegen zowel nativistische protectionisten als de degrowthers. Weer die vreemde combinatie. Dat kan het verschil maken. Hij roept kapitalisten op om zich te weren. Opverende activiteit blijkt soms een stuiptrekking te zijn. Is het kapitalisme op de terugweg?

Dit gesprek vindt plaats in een tijd van onrust over immigratie, anti-immigratierellen en terreurdreiging in het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk. Denkt u dat de vrije markt die uitdagingen kan aanpakken?

NORBERG – Ik geloof dat de vrije markt de enige effectieve manier is om die uitdagingen aan te pakken. Oeps. Ik ben benieuwd. Immigratie is cruciaal voor onze samenlevingen, omdat we ouder worden en met minder zijn (omdat we niet meer vogelen?), en omdat het diversiteit in ideeën en talenten brengt— essentieel voor innovatie en ondernemerschap. De gebruikelijke insteek; ik had het kunnen weten. Wat dan moet gebeuren in de landen waar al die migranten vandaan komen is minder duidelijk. Spanningen zullen er altijd zijn, maar het probleem is vaak overmatige regelgeving. Ook dát nog. Maar in feite is dat gewoon libertarisme: hoe minder regels, hoe beter. Strenge arbeidsreguleringen ontmoedigen werkgevers om risico's te nemen door nieuwkomers aan te nemen. De flexibelere arbeidsmarkt in de Verenigde Staten (die toenemende ongelijkheid in de hand werkt met laag tot minimaal betaalde jobs) laat zien dat risico's nemen helpt om migranten te integreren en hen in staat stelt de nodige vaardigheden op te doen (om pakjes rond te brengen?). Ondanks alle problemen die Amerika heeft met migratie en culturele spanningen, blijft het een model waar we naar moeten streven, omdat je mensen altijd een kans kunt bieden. Een kans op een menswaardig bestaan? Of op concurrentie?

Er zijn al een paar belangrijke ismen gevallen: libertarisme en kapitalisme. Ik voeg er nog een paar aan toe, die in deze blog al meermaals onder vuur lagen: neoliberalisme en managerialisme. Ik voel aan mijn water dat die met elkaar verbonden zijn; kom ik later op terug.

"Je kunt open grenzen hebben, en je kunt een verzorgingsstaat hebben. Maar je kunt niet zowel open grenzen als een verzorgingsstaat hebben", zei de econoom Milton Friedman. (1) De vragen zijn vooraf besproken, zodat Norberg maximaal zijn punt kan maken. (2) Wel een vreemde stelling, omdat het aspect "al dan niet open grenzen" geen direct verband houdt met het aspect "al dan niet verzorgingsstaat" (een verdoken gebrekkige aspectscheiding). Maar als kapitalist heeft Friedman net als Norberg niks met een verzorgingsstaat, en wel met open grenzen, dus kan Norberg die stelling zonder risico gebruiken.

NORBERG – Hij heeft een punt. :-) Een te genereuze verzorgingsstaat (verzorgingsstaat is één, de mate van generositeit is iets anders) kan leiden tot afhankelijkheid en mensen aantrekken (immigranten?) die minder gemotiveerd zijn om bij te dragen. Ganz sicher wenn wir das schaffen… Hervormingen zijn nodig, zodat uitkeringen nauw verbonden zijn met arbeidsparticipatie (gebrekkige aspectscheiding: het verband tussen uitkeringen en arbeidsparticipatie vs. de noodzaak van hervormingen). Als we dat doen (uitkeringen koppelen aan arbeidsparticipatie), wordt het dilemma dat Friedman beschrijft minder relevant. Omdat de verzorgingsstaat dan enkel wie werkt zal dienen. Maar zelfs dáár zit een gebrekkige aspectscheiding: werken creëert waarde, maar Norberg bedoelt allicht economische waarde (welvaart), in tegenstelling tot sociale waarde (welzijn). Dat gaat niet alleen over immigratie. Toch enig besef van aspectscheiding. Als we uitkeringen niet koppelen aan werk, zal dat ook problemen creëren voor toekomstige generaties. Arbeidsethos is niet inherent, het wordt gevormd door wat we belonen en bestraffen. Het onderscheid tussen economische en sociale waarde is een nadere beschouwing waard, inclusief een paar aspectscheidingen, nl. (1) wie profiteert, en (2) wie bestuurt? (1) Voor wie zijn de opbrengsten van arbeid? Kapitalisten en aanverwanten verrijken zichzelf, desnoods ten koste van de maatschappij. Daar tegenover staan sociale maatregelen ten voordele van de bevolking. Om één of andere reden denk ik spontaan aan rechts en links, of liberalen en socialisten. (2) Wie bestuurt de economie? Voor de libertariërs liefst niemand, voor de neoliberalen mag de overheid zelfs de maatschappij kneden ten voordele van de economie, met sociale uitbuiting als resultaat. Het idee dat de overheid de economie kneedt ten voordele van de maatschappij lijkt wel iets van de jaren stillekes.

Zweden, uw land van herkomst, staat nochtans bekend om zijn sterke arbeidsethos.

NORBERG – Zweden had een sterke arbeidsethos tot de jaren zeventig en tachtig, maar toen veranderde dat. Jonge Zweden begonnen te geloven dat het acceptabel was sociale uitkeringen te ontvangen zonder te werken. Uitkeringen zijn er om ontvangen te worden. Als daar niet voor moet gewerkt worden, wordt ervan geprofiteerd, door iedereen trouwens. Dat gebeurde voordat we grootschalige immigratie hadden (wat suggereert dat immigranten een zwakker arbeidsethos vertonen). Het toont aan dat ons arbeidsethos verbonden was met systemen die werken en ondernemerschap beloonden. Hier draaien we in een kringetje. Arbeidsethos kan je definiëren als de mate waarin mensen willen werken, of de mate waarin (niet) wordt geprofiteerd van 'werkloze' uitkeringen. Het zijn niet de werken en ondernemerschap bevorderende systemen die het ethos bepalen, wel de beschikbaarheid van gemakkelijke uitkeringen. Arbeidsethos is een indicatie, geen oorzaak. Toen die systemen verzwakten, verzwakte ook het arbeidsethos. We hebben sindsdien hervormingen doorgevoerd, en het arbeidsethos is verbeterd. Gedrag uit het verleden is geen garantie voor de toekomst (!). Systemen en prikkels spelen een cruciale rol. OK.

Sommige critici, zowel op rechts als links, beweren dat het klassieke liberalisme en de vrijemarkteconomie geworteld zijn in de negentiende-eeuwse Angelsaksische wereld en verbonden zijn met die specifieke cultuur. Andere culturen houden er andere ideeën op na, die we horen te respecteren.

NORBERG – Er zit een kern van waarheid in dat argument — die ideeën floreerden in West-Europa en Noord-Amerika. Maar als je naar de wereldgeschiedenis kijkt, zie je dat ideeën die lijken op open samenlevingen en vrije markten in veel plaatsen zijn voorgekomen. Duizend jaar geleden waren het misschien (?) de Chinese Song-dynastie of het Bagdad-kalifaat die werden gezien als bakermatten van vooruitgang (verdoken koppeling tussen vooruitgang en vrije markten), niet Europa. Het verschil is dat in Europa decentralisatie en politieke fragmentatie het moeilijker maakten om innovatie en afwijkende meningen te onderdrukken. Vreemde formulering; hij bedoelt dat decentralisatie en een gebrek aan politieke macht innovatie bevorderen (wat te verwachten was van een libertariër). Dat maakte Europa tot een broedplaats voor klassieke liberale en verlichtingsideeën. 'Broedplaats' doet mij vooral aan bacteriën denken.

Decentralisatie is een belangrijk concept. Hans-Hermann Hoppe, een controversiële anarcho-kapitalistische denker, bekritiseert de democratie omdat hij vindt dat die leidt tot een dictatuur van de meerderheid, waarbij de rechten van individuen worden opgeofferd voor collectieve beslissingen. Hij pleit voor een samenleving gebaseerd op privé-eigendom, waar eigenaars volledige soevereiniteit hebben over hun eigendommen en beslissingen. Hoe denkt u daarover? Nog een voorgekauwde vraag.

NORBERG – Hoppes ideeën zijn zeker provocatief. Hoewel ik het eens ben met het belang van privaat eigendom en decentralisatie, denk ik dat zijn afwijzing van democratie te ver gaat. Ik ben geen voorstander van het toestaan van elk soort experiment in gedecentraliseerde entiteiten, vooral niet als het gaat om het vestigen van autoritaire structuren die mensen onderdrukken. Liberale principes moeten overal worden toegepast, maar dat bereiken we niet door één systeem op te leggen. Concurrentie tussen instellingen moet worden toegestaan, maar wel met het behoud van fundamentele vrijheden. Hoppe, decentralisatie …, ik ben het niet gaan nakijken. De vraag geeft Norberg wel de kans om te zeggen dat hij tegen autoritaire structuren is, waarmee hij allicht overheidsbemoeienissen bedoelt.

Hoe kunt u blijven pleiten voor economische groei in het licht van de klimaatverandering? Speciale vraag, wel. Kan twee kanten uit: (1) "waarom blijft u toch pleiten voor economische groei, in weerwil van de klimaatverandering?", en (2) "met welke argumenten kunnen we blijven pleiten voor …". Het belangrijkste argument is niet eens vóór groei, maar wel tégen ontgroei of degrowth:

NORBERG – De degrowthfilosofie is een van de gevaarlijkste ideeën van onze tijd (de titel van het interview). Als we alle economische activiteit zouden stoppen (huh? voor wie?), zouden we inderdaad veel schadelijke dingen pauzeren (?), waaronder de klimaatverandering (voor zover daar nog iets te pauzeren valt). Maar dat houdt geen rekening met wat we verliezen. Economische groei (hupsakee) gaat over meer dan spullen, ze vergroot onze technologische capaciteit en welvaart, wat helpt om problemen op te lossen, inclusief milieuproblemen (het oude adagium). Sinds de jaren vijftig is het risico om te sterven in een klimaatgerelateerde ramp met 90 procent gedaald (uit de inleiding), niet omdat de opwarming van de aarde fictie is (vreemde formulering; dit laat de mogelijkheid open dat de opwarming fictie is!), maar omdat we rijker en technologisch geavanceerder zijn geworden. Met een "risico om te sterven in een klimaatgerelateerde ramp" kan je natuurlijk alle kanten uit (zeer wazig vlag-en-ladingprobleem). De nog steeds toenemende klimaatproblematiek wordt door dergelijke redeneringen geminimaliseerd. Bovendien kan de klimaatwijziging rampen veroorzaken die heel wat erger zijn dan doodgaan. Zonder economische groei zouden jaarlijks een half miljoen meer mensen sterven door klimaatgerelateerde rampen (lijkt louter theorie; zijn daar argumenten voor?). Degrowthers onderschatten de waarde van groei. Libertariërs onderschatten de kwalijke gevolgen van groei. Het gaat om kansen voor een beter leven en het oplossen van problemen, inclusief klimaatverandering. Daar hebben we de laatste vijftig jaar, sinds het rapport van de Club van Rome, anders weinig van gezien.

Bijwerking 13-09-2024 – Ik vergat nog een gebrekkige aspectscheiding, of misschien is deze fout wel zwaarder dan dat. Wat is er mis? Norberg krijgt de vraag naar zijn pleidooi vóór groei, en wijst als antwoord op het gevaar van degrowth of ontgroei. Maar dat is onzin, want het ene is niet het tegengestelde van het andere. Zelfs als je gelooft dat ontgroeien niet kan of niet nodig is, betekent dat nog niet dat je groei moet promoten. Norberg promoot groei, uiteraard, als libertariër, maar de bewering dat ontgroeien gevaarlijk is, is nog geen bewijs voor de noodzaak van groei. Door te verwijzen naar ontgroeien wordt de vraag schaamteloos omzeild.

"De covidpandemie was in veel opzichten een experiment in degrowth. Of een oefening in het behoud van economische activiteit bij een pandemie. Vliegtuigen bleven aan de grond (nou), de handel stopte (nou, nou) en mensen bleven thuis (…). Toch verminderde het de koolstofuitstoot slechts met 6 procent (m.a.w.: economische oefening geslaagd). Om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te bereiken door middel van degrowth, zouden we elk jaar tot 2030 een pandemie nodig hebben, zonder economisch herstel ertussenin. Dit is een absurde redenering. De pandemie verhoogde ook de extreme armoede met 70 miljoen mensen (?) en verergerde honger en gezondheidsproblemen. Degrowth is geen duurzame oplossing. Een geweldig, bijna gewelddadig voorbeeld van een tendentieuze analyse: degrowth is vergelijkbaar met een pandemie (is al fout) > een pandemie vermindert koolstofuitstoot met 6% (als dit al klopt kan het niet veralgemeend worden) > we hebben elk jaar een pandemie nodig (we hebben geen pandemieën nodig, gezien de sociale ellende) om aan het akkoord van Parijs te voldoen (qua koolstofuitstoot; over energieverbruik wordt niets gezegd). De conclusie dat degrowth gevaarlijk is, wat allicht het hoofddoel was van dit zogenaamde interview, is dan ook waardeloos.

U heeft het in uw boek over de terugval van extreme armoede dankzij het kapitalisme. Maar kinderen die moeten werken in sweatshops hebben toch bezwaarlijk een beter leven dan voorheen? Benieuwd hoe hij dat gedraaid krijgt.

NORBERG – Kinderarbeid is nog altijd een harde realiteit, vooral waar er niet genoeg sweatshops zijn. Huh? Hij verdedigt kinderarbeid? Gaan die niet beter naar school? Sweatshops kunnen paradoxaal genoeg bijdragen aan het verminderen van de kinderarbeid. Ongelooflijk. In lagelonenlanden zijn gezinnen afhankelijk van elk inkomen. Sweatshops verhogen de waarde van arbeid door moderne technologie (hupsakee) en toegang tot wereldmarkten (hupsakee). Kapitalisten streven naar maximale winst, dus minimale lonen! Naarmate de lonen stijgen (maar dat doen ze dus niet), kunnen gezinnen hun kinderen naar school sturen. Dergelijke economische theorieën maken de wereld kapot. Landen zoals Vietnam en China hebben kinderarbeid verminderd (?), naarmate hun economieën groeiden (?). Sweatshops zijn verre van ideaal, maar bieden vaak een beter alternatief dan werk in de landbouw of huishoudelijk werk. Het is een moeilijke, maar noodzakelijke overgang om samenlevingen uit de armoede te tillen. En dat gaat waarschijnlijk even snel als het oplossen van de klimaatcrisis.

Elon Musk prees uw boodschap. Die is ook libertariër. Hij is een succesvol ondernemer die sterk afhankelijk is geweest van overheidssubsidies (subsidies zijn er om ontvangen te worden :-). Moet er een duidelijker onderscheid worden gemaakt tussen ondernemers die afhankelijk zijn van vriendjespolitiek en echte marktleiders?

NORBERG – Iedereen wil zichzelf graag zien als een selfmadesucces, maar de realiteit is complexer. Ik verwijt het niemand als die overheidssubsidies aanvaardt (arbeidsethos, Norberg?), omdat het vaak een dilemma is: als je het niet aanvaardt, doen je concurrenten het wel. Dan verlies je niet omdat je slechtere of duurdere producten maakt, maar omdat je slechtere connecties hebt met politici (via donaties) en bureaucraten. Maar ik zou graag zien dat meer bedrijven opstaan tegen dat systeem in plaats van te lobbyen voor subsidies. Pleit dan voor het schrappen van die subsidies. Politici zien vaak de verborgen kosten van subsidies niet. Snuggere analyse, voor de verandering. Ze zien de banen die ze opleveren, maar niet de banen die zouden zijn gecreëerd als dat geld in de particuliere sector was gebleven. Oeps, die had ik niet zien komen… De echte verborgen kost van subsidies is immers dat de problemen die aanleiding zijn voor subsidies nooit worden opgelost. Foutsequenties.

"De enige reden om subsidies te geven, is als politici geloven dat ze wijzer zijn dan miljoenen mensen en bedrijven op de markt. Vreemde bewering. Mogelijk geloven politici dat ze wijzer zijn dan de markt, maar dat op zich is uiteraard geen reden om subsidies te geven. Wel een reden is het stimuleren van bepaalde activiteiten, om de marktwerking bij te sturen, waarbij het inderdaad zou kunnen dat politici denken wijzer te zijn dan de markt, en de verkeerde dingen bijsturen. Zelfs de beste ondernemers weten niet wat de toekomst brengt. Ze ontdekken het door vallen en opstaan. Politici zijn nog minder in staat die beslissingen te nemen. Ondernemers zouden zich meer moeten uitspreken tegen subsidies en pleiten voor open kansen en deregulering. Ha, op die manier. Subsidiepolitiek is niet het tegengestelde van deregulering; gebrekkige aspectscheiding.

Groene technologie is nog altijd sterk afhankelijk van subsidies. Is het niet tegenstrijdig om te beweren dat het kapitalisme de klimaatverandering kan oplossen, terwijl net de groene industrie die subsidies hard nodig heeft?

NORBERG – Het is inderdaad tegenstrijdig, en ik ben gekant tegen subsidies voor groene technologie, net zoals ik me verzet tegen de Inflation Reduction Act en soortgelijke Europese initiatieven (libertariërs zijn simpelweg tegen elke vorm van overheidsinmenging). Het is moeilijk de toekomst te voorspellen, vooral als het gaat om wetenschappelijke doorbraken (maar groei zou wel de nodige innovaties moeten leveren om het klimaatprobleem op te lossen?!). Politici kiezen vaak de verkeerde winnaars en de subsidies verstoren de markt ten koste van betere alternatieven. In Zweden werden ethanolauto's zwaar gesubsidieerd, en nu lopen we (Zweden) achter op het gebied van elektrische auto's. Maïs-ethanol was groot, totdat de mensen beseften dat die misschien slechter is voor het milieu. In plaats van winnaars te kiezen, zouden we de markt moeten openstellen voor alle technologie en de concurrentie laten bepalen welke oplossingen de beste zijn. Dat werkt enkel als de klanten kiezen voor klimaatvriendelijke oplossingen, maar dat doen ze niet.

De enige interventie die ik ondersteun, is het belasten van uitstoot, zoals met een koolstofbelasting of het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (symptoombestrijding). Dat creëert een prikkel voor iedereen om de uitstoot op de meest efficiënte manier te verminderen. Beter direct het energieverbruik belasten (inclusief de slokoppen cryptomining en AI) dan indirect de broeikasgasuitstoot.

Bent u eigenlijk een voorstander van de Europese Unie? Zo ja, moeten we binnenkort Oekraïne verwelkomen? Ook weer twee totaal verschillende aspecten.

NORBERG – Ik geloof (Boudewijn De Groot: Ik geloof, ik geloof) in de Europese Unie zoals die zou kunnen en zou moeten zijn (m.a.w. zoals Norberg die zou willen zien; hij gelooft in zijn dromen). Ik bewonder de visie van een unie gebaseerd op de vier vrijheden — het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Vrijheid, blijheid. Je kunt zelf beslissen over de regels, belastingen en lokale wetten, maar kapitaal en mensen kunnen vrij bewegen, en zo leren we van elkaar. Dat is prachtig, en ik denk dat het heeft bijgedragen aan het bewaren van de vrede. Dit gedecentraliseerde model, waarin concurrentie tussen instellingen innovatie en vooruitgang stimuleert, is een van de beste aspecten van de Europese geschiedenis. Wat kapitalisten ook niet lijken te begrijpen is dat concurrentie, áls dat al vooruitgang teweegbrengt, vooral veel ellende veroorzaakt, in de vorm van overmatig materiaal- en energieverbruik. Dat de aandacht voor efficiëntie voorrang krijgt op het veel moeilijker streven naar effectiviteit speelt daarin een grote rol. Als het gaat om internationale concurrentie komt daar bovendien veel menselijk leed bij, in de vorm van uitbuiting en oorlogsgeweld. Elke onenigheid in de wereld is gestoeld op concurrentie. Ik geloof (…) niet dat concurrentie de wereld verbetert.

Helaas leeft de Europese Unie niet altijd naar dat ideaal. Er is altijd de verleiding (alsof sociaal beleid des duivels is) om te centraliseren, te standaardiseren en te harmoniseren, wat de concurrentie kan verstikken. Weg met alle regels. We moeten een gedecentraliseerde Europese Unie handhaven om open (arbeidsmigratie), groeiend (tot barstens toe) en innovatief (komt vanzelf met de groei :-) te blijven. Dat is cruciaal, zowel economisch als politiek. Wanneer je één standaard op heel Europa probeert op te leggen, creëert dat conflicten. Een goede standaard beperkt net conflicten (bv. Standaardnederlands…).

Wat Oekraïne betreft, denk ik dat het geweldig zou zijn om het land in deze unie te verwelkomen (omdat?), maar dat zou makkelijker zijn als Europa gedecentraliseerd blijft. Voor mij moet Europa zich eerder richten op handel dan op politieke centralisatie. Begrijpelijk voor een libertariër. Soms zijn vakjes wel handig.

Hoe promoot je pro-kapitalistische ideeën wanneer liberale partijen in Europa vaak hebben gefaald om aan die principes te voldoen? Een liberale partij krijgt in Vlaanderen veel kritiek voor het verhogen van belastingen en plat politiek opportunisme. Elke partij zou kritiek krijgen voor het verhogen van belastingen en plat politiek opportunisme.

NORBERG – Uit lange ervaring heb ik geleerd mijn verwachtingen niet te hoog te stellen, alleen omdat een partij het woord 'liberaal' in haar naam gebruikt. Maar liberalisme zou niet bij één enkele partij moeten horen. Zoals de filosoof Ludwig von Mises zei, zou het een gemeenschappelijke erfenis van alle partijen moeten zijn. We zouden moeten streven naar het beïnvloeden van alle partijen met die ideeën. Dat heeft het neoliberalisme sinds de jaren '40 al met succes gedaan. Zelfs conservatieve en socialistische partijen zijn beïnvloed door liberale ideeën over individuele vrijheid en vrije markten. Maar ja, als een partij beweert de erfgenaam te zijn van de liberale traditie, dan heeft ze de verantwoordelijkheid om aan die principes te voldoen, en ik verwacht dan meer van haar dan van anderen.

Is er momenteel een politieke leider met een pro-kapitalistische filosofie die individuele rechten niet schaadt?

NORBERG – Het is moeilijk op dit moment een politieke leider te vinden met een krachtige liberale boodschap. Javier Milei in Argentinië levert voorlopig (want hij heeft nog niets bewezen) geweldig werk (want hij is libertariër), gezien de moeilijke omstandigheden. Zijn land is al zestig jaar een puinhoop. Ik bezocht onlangs Buenos Aires en was onder de indruk van hoe hij een feitelijke, krachtige liberale boodschap presenteerde. Het was niet alleen retoriek, hij gaf een gedetailleerde economische les (als president? die les had ik graag eens gefileerd…). Er zit een methode achter zijn wilde publieke persona, en hij heeft een serieus team om zich heen (zijn zuster). Het team heeft meer kans om te slagen dan ik aanvankelijk dacht, maar het is nog steeds een aartsmoeilijke situatie met hoge tekorten, schulden en inflatie. Als Milei slaagt, kan dat de perceptie van liberale hervormingen wereldwijd veranderen, zelfs in Europa. En als hij niet slaagt verandert dat waarschijnlijk niets…

Is er een boodschap die u wilt delen met Belgische ondernemers over het navigeren door tijden waarin sterk op overheidsinterventie wordt vertrouwd?

NORBERG – Twee dingen. Ten eerste, vergeet niet dat jullie de helden van dit verhaal zijn. Oeps? Vooral in tijden dat mensen naar de overheid kijken als de redder, zijn het de ondernemers en vernieuwers die de welvaart en technologische capaciteit creëren waarop we allemaal (ten onrechte) vertrouwen. Jullie nemen enorme risico's, en als jullie slagen, zal onze samenleving floreren. Kapitalisten floreren in elk geval, klimaatprobleem of niet.

Ten tweede, politici zullen je (ondernemers) niet altijd met rust laten. Ze willen reguleren en zich bemoeien. Als je kunt, spreek dan af en toe over wat je doet en leg uit wat open samenlevingen en vrije markten mogelijk maken. Dat helpt om de samenleving veiliger te maken voor vooruitgang en innovatie (rare zin). Je hoeft geen politicus te worden, maar soms is praten over de voorwaarden die groei mogelijk maken, buitengewoon nuttig.


Ismen

Dus: libertarisme, kapitalisme, neoliberalisme en managerialisme. Wat is daarmee? Met "ismen" is op zich niets mis, uiteraard. Ik roep Wikipedia en ChatGPT te hulp, en doe de ene ontdekking na de andere.

Libertarisme

De Engelstalige Wikipedia-pagina is uitgebreider dan de Nederlandstalige. Die laatste begint met de opmerking "Niet te verwarren met libertinisme of metafysisch libertarisme". Naast 'libertair' blijkt dus ook 'libertijns' te bestaan, en het was te verwachten dat er wel ergens een verschil is: libertinisme situeert zich blijkbaar in de filosofische sfeer. Verder zie ik bij 'libertarisme' al dadelijk een dik kader: "De neutraliteit van dit artikel wordt betwijfeld. Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie". Die overlegpagina is zonder meer interessant; ze toont de enorme vrijheid van individuen om diverse betekenissen te hechten aan dezelfde term, en de enorme veelheid van aspecten die onder zo'n term kunnen geschaard worden; vlag-en-ladingprobleem van jewelste. Na een selectieve lezing van de overlegpagina betrouw ik de hoofdpagina niet meer. Ook de Engelstalige versie heeft een dergelijke overlegpagina (alle pagina's hebben die), hoewel veel korter dan de Nederlandstalige.

In een poging om libertarisme te beschrijven wend ik mij nog eens tot AI (ik wil enkel een oppervlakkige vergelijking, geen grondige analyse), met de vraag naar een omschrijving van libertarisme in vijf regels. MS Copilot geeft enkele regels uit de Nederlandstalige Wikipedia; ik betwijfel de betrouwbaarheid (dat zou misschien iedereen moeten doen, gezien de eindeloosheid van de overlegpagina, maar dat is ander onderwerp). ChatGPT doet het iets beter:

Libertarisme is een politieke filosofie die individuele vrijheid en autonomie centraal stelt. Het pleit voor een minimale rol van de overheid, beperkt tot het handhaven van orde, veiligheid, en eigendomsrechten. Libertariërs geloven dat mensen vrij moeten zijn om hun eigen leven te leiden, zolang ze de rechten van anderen respecteren. Ze zijn tegen gedwongen herverdeling van welvaart en voorstander van vrije markten. Kernwaarden zijn persoonlijke verantwoordelijkheid en vrijwillige samenwerking.

Kapitalisme

Ook hier een ellenlange Engelstalige pagina, met een bescheiden overlegpagina, en een Nederlandstalige, met een overlegpagina vergelijkbaar met die van libertarisme. Zijn wij Nederlandstaligen vitters? Ik gebruik dezelfde methode om aan een omschrijving te geraken.

Kapitalisme is een economisch systeem waarin productie en handel grotendeels worden gedreven door privé-eigendom en vrije markten. In dit systeem bepalen vraag en aanbod de prijzen van goederen en diensten, met winstmaximalisatie als drijfveer voor bedrijven. De rol van de overheid is beperkt, meestal tot het handhaven van eigendomsrechten en contracten (m.a.w. de rechten van eigenaars/kapitalisten). Kapitalisme bevordert innovatie (geloven kapitalisten) en efficiëntie (maar geen effectiviteit), maar kan ook leiden tot ongelijkheid. Centraal staan concurrentie, ondernemerschap en economische vrijheid (het recht om rijk te worden).

Neoliberalisme

Neoliberalisme is een politieke en economische stroming die pleit voor het vergroten van de rol van vrije markten en het verminderen van overheidsinterventie in de economie. Het bevordert privatisering, deregulering en bezuinigingen op overheidsuitgaven om economische groei te stimuleren. Neoliberalen geloven dat een vrije markt de efficiëntste manier is om welvaart te creëren en dat individuele verantwoordelijkheid centraal moet staan. Deze benadering wordt vaak geassocieerd met globalisering en het afbreken van handelsbarrières. Kritiek op neoliberalisme richt zich vaak op de groeiende ongelijkheid en sociale ongelijkheid die het kan veroorzaken.

En als we dan toch bezig zijn:

Liberalisme

Liberalisme is een politieke filosofie die individuele vrijheid, gelijkheid en rechten centraal stelt. Het streeft naar een samenleving waarin mensen vrij zijn om hun eigen keuzes te maken, binnen de grenzen van de wet en zonder onnodige overheidsbemoeienis. Liberalisme bevordert de bescherming van burgerrechten, de rechtsstaat en democratische processen. Economisch gezien ondersteunt het doorgaans vrije markten, maar erkent het ook de rol van de overheid in het waarborgen van sociale rechtvaardigheid en basisvoorzieningen. Kernwaarden zijn vrijheid, gelijkheid, en persoonlijke verantwoordelijkheid. Speciaal aan liberalisme is dat zowel links- als rechts-liberalisme bestaat, hoewel in Belgische contreien alle 'liberale' partijen als 'rechts' worden bestempeld.

Tot hiertoe

Ik probeerde libertarisme, (neo-)liberalisme en kapitalisme op basis van deze omschrijvingen te vergelijken, maar dat lukte niet echt; de omschrijvingen zijn daarvoor te summier (mijn eigen schuld), en er is een grote overlapping ('kapitalisme' zou als overkoepelende term kunnen dienen; zie ook het interview met Norberg). Anderzijds betwijfel ik of meer gedetailleerde omschrijvingen een vergelijking eenvoudiger zouden gemaakt hebben, gezien de veelheid aan informatie en opinies (zie Wikipedia). Eerder integendeel, vrees ik; probeer het zelf eens (nee! niet met AI…!). Het is wel duidelijk dat liberalisme, zoals hier beschreven, eruit springt, omwille van de sociale aspecten; het gaat dan allicht om links- of sociaalliberalisme, terwijl rechts liberalisme meer aanleunt bij neoliberalisme. Als je de beschrijvingen hierboven overloopt, kan je stellen dat kapitalisme een algemene en overkoepelende term is voor neoliberalisme en libertarisme.

Managerialisme

Managerialisme is een bestuursfilosofie die de nadruk legt op het belang van professioneel management in het leiden van organisaties, ongeacht de specifieke sector. Het gaat uit van het idee dat universele managementtechnieken en -principes kunnen worden toegepast om efficiëntie, controle en prestaties te verbeteren. Managerialisme ziet managers als de belangrijkste drijvende kracht achter organisatorisch succes, vaak boven vakinhoudelijke of technische expertise. Het wordt soms bekritiseerd vanwege het centraliseren van macht en het negeren van de unieke behoeften en cultuur van specifieke organisaties. De focus ligt op gestandaardiseerde processen, doelen en meetbare resultaten.

Het gaat hier inderdaad om een bestuursfilosofie, niet om een politiek of economisch systeem. Wat meteen ook betekent dat ook de overheid managerialisme zou kunnen toepassen (de N-VA heeft er een handje van weg). Tot nu toe is managerialisme in deze blog enkel hier en daar vermeld, zonder een grondige behandeling (of het zou in Managerialisme en burn-out moeten zijn). Ik ben/was geneigd te stellen dat managerialisme vooral de rechtse -ismen ondersteunt, maar uiteindelijk zie ik daar nu niet dadelijk een grond voor. 't Is te zeggen, managerialisme ondersteunt wel degelijk die asociale economische stromingen, maar zou evengoed sociale stromingen kunnen ondersteunen. Of toch niet? Er is immers wel een verschil. Bij de economische vrijheid, of de vrijheid zo snel mogelijk rijk te worden, draait het om grote getallen met een speciaal teken ($, €, £, ¥, ). Het zijn de financiën die het economisch succes bepalen, bij zowel bedrijven als overheden. In sociale aangelegenheden gaat het om welzijn, en dat is niet zomaar in cijfers uit te drukken. Ik kom bijgevolg terug naar mijn oorspronkelijke opinie: managerialisme helpt vooral kapitalisme (inclusief libertarisme en neoliberalisme).

Metingenfixatie

Metingenfixatie is de overdreven nadruk op kwantitatieve metingen om prestaties te beoordelen, waarbij kwalitatieve aspecten worden verwaarloosd. Organisaties raken hierdoor gefocust op het behalen van specifieke numerieke doelen, wat kan leiden tot gedrag zoals het manipuleren van data of het prioriteren van cijfers boven werkelijke resultaten. Dit kan de prioriteiten verstoren en de ware doelstellingen van een organisatie ondermijnen. Metingenfixatie zorgt vaak voor een kloof tussen wat wordt gemeten en wat echt belangrijk is. Uiteindelijk kan het de effectiviteit en integriteit van besluitvorming aantasten.

Deze omschrijving van metingenfixatie heb ik vergeleken met ChatGPT's Engelstalige antwoord op de vraag "describe metrics fixation in five lines", in de veronderstelling dat 'metingenfixatie' als term minder bekend zou zijn, maar de overeenkomst is verrassend. In die mate zelfs dat ik veronderstel dat de vraag eerst werd vertaald naar het Engels, en het Engelstalige antwoord weer werd vertaald naar het Nederlands. Misschien gebeurt dat wel met alle vragen, en verklaart dat het verschil met MS Copilot. De vijf regels bevatten in beide talen identiek dezelfde informatie, maar de vertaling is verrassend goed en gevarieerd, zowel qua woordkeuze als qua zinsbouw. Zo zeg ik ook eens iets positief over AI. Wat dat allemaal gekost heeft wil ik niet weten…

Metingenfixatie staat in verband met managerialisme, via de fixatie van kapitalisten op het verwerven van rijkdom. En waar gefixeerd wordt, wordt doorgeschoten. Anders gezegd: metingenfixatie ondersteunt managerialisme. Het doorschieten bestaat uit het toepassen van metingen op aspecten die niet kunnen gemeten worden; zie o.m. de boekbespreking van The tyranny of metrics.


Links en rechts

Wat betekent links in de politiek, en wat is rechts? Deze pagina's van Wikipedia kunnen interessant zijn voor wie nog geen idee heeft, maar zijn ook onvolledig, hier en daar zelfs tendentieus, vooral vrijblijvend, en ruim overlappend. Ik omzeil een filering door mijn licht op te steken bij AI (met zoals gewoonlijk een kritisch oog op AI).

MS CoPilot weigert aanvankelijk zijn medewerking aan de vraag "waarom is er sprake van links en rechts in de politiek?", omdat het "niets kan zeggen over verkiezingen" (vreemd). Een nieuwe poging wat later, met dezelfde vraag, geeft echter wel een resultaat (nog vreemder…):

De termen "links" en "rechts" in de politiek hebben hun oorsprong in de Franse Revolutie van 1789. Tijdens vergaderingen van de Nationale Vergadering zaten de aanhangers van de koning aan de rechterkant van de voorzitter, terwijl de voorstanders van de revolutie aan de linkerkant zaten. Deze indeling werd een manier om politieke standpunten te categoriseren. Wat al impliceert dat dit enkel op binaire standpunten kan toegepast worden.

Links: Deze kant werd geassocieerd met verandering en hervorming. Mensen aan de linkerkant streefden naar meer gelijkheid en sociale rechtvaardigheid. Die "verandering en hervorming" slaat allicht op 'progressieve' standpunten. Ook hier weer die gebrekkige aspectscheiding: je kan gelijkheid en sociale rechtvaardigheid nastreven, maar dat staat los van de noodzaak aan hervormingen. En dan nog eens de vlag-en-ladingproblemen: definieer 'gelijkheid', 'rechtvaardigheid', 'hervorming'…

Rechts: Deze kant werd geassocieerd met behoud van de bestaande orde en tradities (conservatisme). Mensen aan de rechterkant wilden de monarchie en de gevestigde structuren behouden. Wat lijkt te impliceren dat de gevestigde structuren (en de monarchie, in Frankrijk) ongelijkheid en sociaal onrecht veroorzaken (mogelijk een reden waarom die structuren 'gevestigd' worden…). Anders is ook hier sprake van een gebrekkige aspectscheiding: je kan immers gevestigde structuren willen behouden en toch streven naar sociale rechtvaardigheid.

Deze indeling is door de jaren heen geëvolueerd en wordt nu wereldwijd gebruikt om verschillende politieke ideologieën te beschrijven. Het helpt mensen om snel te begrijpen waar een partij of politicus voor staat op het gebied van economische en sociale kwesties. Da's maar de vraag. De indeling is bijzonder kortzichtig. Mogelijk is dit specifieke vlag-en-ladingprobleem het grootste ooit.

Ik formuleer de vraag een beetje anders: "Wat betekenen links en rechts in de politiek?". Dat geeft ook weer een ander antwoord:

In de politiek verwijzen de termen "links" en "rechts" naar verschillende ideologische posities en beleidsvoorkeuren:

Links:
Politieke partijen en bewegingen die als links worden beschouwd, richten zich vaak op sociale gelijkheid
(interessante nuancering: links vindt sociale gelijkheid belangrijker dan economische gelijkheid), rechtvaardigheid en overheidsinterventie (nieuw aspect!) om deze doelen te bereiken. De zin klopt niet. Beter: "politieke partijen en bewegingen die als links worden beschouwd, streven naar sociale gelijkheid en rechtvaardigheid, en richten zich op overheidsinterventie om deze doelen te bereiken". Typische AI-ellende door gebrek aan begrip. Ze pleiten voor progressieve hervormingen (dat weer; trouwens, zijn hervormingen niet per definitie progressief?; overal vlag-en-ladingproblemen), zoals hogere belastingen voor de rijken, uitgebreide sociale voorzieningen, en bescherming van werknemersrechten.

Rechts:
Politieke partijen en bewegingen die als rechts worden beschouwd, leggen de nadruk op individuele vrijheid
, economische vrijheid (om zichzelf te verrijken) en beperkte overheidsinterventie (om zichzelf onbeperkt te verrijken). Ze steunen vaak lagere belastingen, minder regulering, en een grotere rol voor de vrije markt (komt op hetzelfde neer). Rechtse partijen zijn meestal conservatiever en willen bestaande tradities en structuren behouden. In Amerika waren de (rechtse) Republikeinen altijd de grote voorstanders van vrijheid, maar de (linkse) Democraten hebben sinds kort hetzelfde thema geclaimd, maar begrijpelijkerwijze met een andere invulling: Walz verheft 'vrijheid' tot verkiezingsthema. De indeling Republikeinen/Democraten is zo mogelijk nog problematischer dan rechts/links, omdat de termen hierdoor hun betekenis verliezen.

Er zijn ook partijen die tussen deze twee uitersten in zitten, vaak aangeduid als middenpartijen. Of centrumpartijen. Maar het probleem blijft hetzelfde. 'Links' en 'rechts' deugen niet als vlag.

Dezelfde vraag gesteld aan ChatGPT geeft dit:

In de politiek verwijzen 'links' en 'rechts' naar verschillende ideologische posities en opvattingen over hoe de samenleving georganiseerd zou moeten worden, vooral op economisch en sociaal gebied. Deze termen komen oorspronkelijk uit de Franse Revolutie, waar in de Nationale Vergadering de radicale hervormers links zaten en de conservatieven rechts.

Links:

Economische gelijkheid: Linkse politici streven naar een meer gelijke verdeling van welvaart en inkomen. Ze ondersteunen vaak overheidsinterventie in de economie, zoals hogere belastingen voor de rijken, sterke sociale voorzieningen (zoals gezondheidszorg, onderwijs, en sociale zekerheid), en regelgeving om bedrijven te controleren. Niet onlogisch: economische ontwikkelingen over de hele wereld, ook bij ons, tonen dat ongelijkheid en sociaal onrecht groter worden als de overheid niet tussenkomt.

Sociale rechtvaardigheid: Links staat vaak voor progressieve standpunten op sociaal-culturele onderwerpen, zoals gendergelijkheid, rechten voor minderheden, en milieubescherming. Dit is duidelijker dan de commentaar van Copilot. Maar dan nog heb ik regelmatig de indruk dat 'linkse' partijen progressief uit de hoek komen (vooral dan op thema's als gender en sociale immigratie), omdat dat nu eenmaal wordt verwacht van linkse partijen. De zeldzaamheid van uitschieters lijkt dat aan te tonen… Ze pleiten voor verandering en hervormingen om de maatschappij inclusiever en rechtvaardiger te maken. En dat blijft dan weer een vreemd criterium, vermits je allicht voor elke maatschappelijke evolutie hervormingen nodig hebt.

Collectivisme: Linkse ideologieën leggen vaak de nadruk op de gemeenschap en samenwerking. Dit kan zich uiten in steun voor vakbonden, coöperaties, en andere vormen van collectieve actie. Hoort bij de sociale bekommernis, in tegenstelling tot de economische.

Rechts:

Economische vrijheid: Rechtse politici pleiten meestal voor minder overheidsbemoeienis in de economie. Ze bevorderen lage belastingen, privatisering van overheidsdiensten, deregulering, en een vrije markt waarin bedrijven en individuen de vrijheid hebben om hun economische belangen na te streven. Blijkbaar wordt hier impliciet verondersteld dat die vrijheid onbegrensd is.

Individuele verantwoordelijkheid: Rechts legt meer nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid en autonomie. Mensen zouden volgens deze visie hun lot grotendeels in eigen handen moeten nemen, met minder afhankelijkheid van de overheid. De grens tussen zelfbeschikking en egoïsme is wazig.

Traditionele waarden: Rechts kan conservatieve standpunten innemen op sociaal-culturele onderwerpen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat men vasthoudt aan traditionele familie- en religieuze waarden, sceptisch is over snelle maatschappelijke veranderingen, en de nadruk legt op orde en stabiliteit. Begrijpelijk, in het licht van stressreductie.

Het is belangrijk om te benadrukken dat 'links' en 'rechts' een spectrum vormen, waarbij partijen en individuen op verschillende punten binnen dat spectrum kunnen vallen. Sommige politieke partijen of bewegingen kunnen elementen van beide kanten combineren of ergens in het midden zitten. Er is een groot verschil tussen "elementen combineren" en een stempel dragen.

Ik begin mij te realiseren dat 'links' en 'rechts' een verduiveld vies vlag-en-ladingprobleem vormen. Als je het bovenstaande wil samenvatten zou je kunnen stellen dat links zich richt op sociale aspecten, en rechts zich richt op economische aspecten. Maar elk weldenkend mens beseft dat streven naar het ene aspect de aandacht voor het andere aspect niet uitsluit! Je ziet dat trouwens ook in de evolutie van de partijpolitieke programma's, die meer en meer elkaars punten overnemen. Maar de dichotomie links/rechts werkt zo niet. Rechtse partijen willen niet voor links aangezien worden en omgekeerd. Centrumpartijen vallen in principe buiten die discussie; je zou verwachten dat weldenkende mensen dan eerder zouden kiezen voor centrumpartijen, maar uit verkiezingsresultaten kan je afleiden dat ofwel ze dat niet doen (mogelijk omwille van andere kenmerken, zoals religie) ofwel er nog maar weinig weldenkende mensen zijn. Het gevolg is polarisatie. Rechtse partijen verdedigen 'rechtse' standpunten (zie hoger), en geen 'linkse', en linkse partijen verdedigen linkse standpunten, en geen rechtse.

De clou: het gebruik van de termen 'links' en 'rechts' veroorzaakt polarisatie in het politieke landschap, en daarmee in de hele maatschappij (in Amerika schieten ze al door). Doordat rechtse en linkse groeperingen elkaars standpunten niet erkennen worden maatschappelijke verbeteringen geblokkeerd.

Stel dat we de termen rechts en links zouden schrappen uit de politieke woordenschat (en dan ook Republikeinen/Democraten in Amerika). Dan moeten alle partijen, in plaats van zich te focussen op 'hun' typische aandachtspunten, het hebben over economische gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, collectivisme, economische vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en traditionele waarden (om ChatGPT te parafraseren, gemakshalve), m.a.w. over alle relevante aspecten van de maatschappij, ongeacht de oriëntering. Zouden ze elkaar dan niet gemakkelijker vinden? En zouden burgers dan prioriteit kunnen geven aan bepaalde maatschappelijke aspecten in plaats van aan partijen? En bijvoorbeeld kiezen voor een aanpak van de klimaatproblematiek zonder de grenzen open te gooien voor sociale immigratie, of voor een betere staatsstructuur zonder meteen het neoliberalisme te moeten ondersteunen? Stof tot nadenken.


Epiloog

Het échte gevaarlijke idee is denken dat basale fouten kunnen genegeerd worden.